20221122_170351 (2).jpg

Een (on)gemakkelijk gesprek over de dood; moeten we doorbehandelen tot elke prijs?

Wie vindt het moeilijk om te praten over de dood, vraagt gespreksleider Malou van Hintum. In het publiek gaat opmerkelijk genoeg geen enkele vinger omhoog. Wellicht was dat nog vooral jeugdige verlegenheid, of kwam het doordat het publiek vooral uit (toekomstige) zorgprofessionals bestond. Feit is dat tijdens de Studium Generale-sessie van gisteren kwistig werd gebabbeld over de dood. Al schuurde het af en toe flink, zeker als het over de omgang van het Nederlandse zorgsysteem met de dood ging. “Zodra de productie in gevaar is, raken de raden van bestuur in paniek.”

Het was misschien wel de meest veelzeggende uitspraak van de middag. Vooral omdat die uitspraak niet sloeg op de bestuurders van Heineken, Philips of ASML, maar op die van de Nederlandse ziekenhuizen. Hij kwam uit de mond van een van de sprekers, psycholoog en auteur Martin Appelo, die er toch al om bekend staat dat hij geen blad voor de mond neemt.

Appelo schreef een manifest voor de gezondheidszorg, genaamd De Terugkeer Van Thanatos. Het voert te ver om dat hele manifest hier samen te vatten, maar in het kort komt het erop neer dat Appelo vindt dat de gezondheidszorg veel te veel gericht is op genezen, overleven, en dat het streven van het systeem inmiddels is dat iedereen zo lang mogelijk gezond en in leven moet blijven. Alles draait volgens hem om het ‘fixen’ van mensen, het kwaad overwinnen en de verlichte opvatting dat dit altijd zal lukken. Volgens hem zorgt die focus op fixen (‘erotische gezondheidszorg’) voor grote problemen; wachtlijsten, torenhoge zorgkosten, bevolkingsgroei, personeelstekort, om er maar wat te noemen.

20221122_160936.jpg

Martin Appelo. 

Doodsdrift

Hij pleit juist voor de terugkeer van Thanatos, de doodsdrift in de gezondheidszorg. De dood moet niet ontkend worden, en lijden ook niet, er moet juist meer aandacht voor komen. Dat leidt er volgens hem toe dat de focus verschuift van de grenzeloze drang naar genezen naar gezamenlijk moreel beraad, zelfbeschikking en betere kwaliteit van leven en sterven.

Hij is dan ook voor de invoering van een ‘polikliniek voor moreel beraad’ in elk ziekenhuis. Daar moet voor elke operatie de morele afweging gemaakt worden om bijvoorbeeld wel of niet te opereren, met specialisten aan tafel, niet alleen qua curatieve zorg, maar ook op geestelijk of religieus vlak.

Volgens Appelo is daarmee geëxperimenteerd, in een Nederlandse topkliniek op het gebied van hartoperaties. Daarop bleken veel minder mensen ervoor te kiezen om zich te laten opereren, waarna volgens hem het experiment bruusk werd stopgezet – het kostte de betreffende maatschap te veel geld. “We denken vanuit geld. Zodra de productie in gevaar is, raken de raden van bestuur in paniek. Hier is Eros in lijn met keiharde cash. Fiksen gaat voor wat de patiënt zelf wil.”

Sterven niet zoals we willen

Die uitspraak sloot wonderwel aan bij het betoog van de spreker na hem, zorgeconoom Naomi van der Linden. Volgens haar heeft 73% van de mensen een voorkeur voor thuis sterven, maar gebeurt dat maar in een derde van de gevallen. We sterven dus niet zoals we willen, en geld speelt daarbij mede een rol, bijvoorbeeld doordat palliatieve zorg onderbetaald wordt, of door de focus van artsen en ziekenhuizen op genezen, waardoor bijvoorbeeld het gesprek over de sterfwens te laat gevoerd wordt.

Juist dat gesprek is de expertise van Rob Bruntink. Bruntink is mede-eigenaar van communicatie-bureau MORBidee. Dat bureau is - volgens hem als enige ter wereld - gespecialiseerd in het levenseinde. Praten over de dood zorgt volgens hem voor verbinding, helpt bij het afscheid nemen, zorgt voor minder onafgemaakte zaken, vermindert angst, geeft rust en helpt professionals in de zorg om goede zorg te geven. En toch vinden zorgprofessionals het volgens hem, in weerwil van de aftrap van deze Studium Generale-sessie, het vaak moeilijk om dat gesprek te voeren.

Goed gesprek

Hij zette daarop de zaal aan het werk, en wellicht kwam het door deskundigheid van Bruntink of was de zaal al vakkundig gaargekookt, daarna werd open gesproken over de vraag of mensen wilden weten wanneer ze zouden sterven (‘jawel, maar liefst niet te ver van tevoren’), of ze hun eigen begrafenis wilden regelen (ja, want de meeste zijn saai’) en of je mensen nog goed de waarheid wil zeggen vlak voor de dood (‘liever niet, want dat maak je nooit meer goed’).

Tegelijkertijd was ook Bruntink kritisch op de omgang van ziekenhuizen met de dood, net als de sprekers voor hem. Ook hij constateerde dat de palliatieve zorg niet zo hoog gewaardeerd wordt als de curatieve, en zeker niet als medische en technologische innovatie. “In al die jaren heb ik nog nooit een ziekenhuis gezien dat promootte dat het er zo prettig sterven is, terwijl ze voortdurend persberichten uitdoen over die technische innovaties.”

Bas3

Bas Klaassen

Gerelateerde artikelen