studenten

Saxion kan zich vinden in verlagen norm bsa, maar niet iedereen is het daarmee eens

Saxion ‘kan zich vinden’ in de plannen van onderwijsminister Dijkgraaf om de norm voor het bindend studieadvies te verlagen naar minimaal dertig studiepunten in het eerste jaar, en vooral in de plannen om in te zetten op studentenwelzijn. Dat zegt woordvoerder Karin Effing. Niet iedereen is het daarmee eens: zo denkt docent Peter Arends dat studenten ‘een worst’ wordt voorgehouden, maar dat een deel van hen verderop in de studie alsnog vertraging zal oplopen.

Woordvoerder Karin Effing zegt dat er tot twee keer toe gesprekken zijn geweest binnen de academies over het bsa en welzijn. “Daarin kwam terug dat er behoefte is aan maatwerk om studenten te begeleiden, en dat krijgen we met het verlagen van de norm, in combinatie met de extra inzet op studentenwelzijn.”

Er zitten volgens haar twee kanten aan het verhaal. “Met de ervaringen van het uitgestelde bsa in coronatijd weet je dat studenten soms later in de studie stoppen of switchen. Tegelijk zie je dat met extra begeleiding op maat studenten het wél halen.”

Laura Kok (20), tweedejaars Social Work: “Klinkt heel chill, maar je moet het uiteindelijk toch halen”

Heeft haar bsa gehaald. Moet nog een toets halen van het eerste jaar voor propedeuse.

“Het bsa verlagen naar 30 studiepunten klinkt heel chill, maar je moet die toetsen uiteindelijk toch halen. Stel dat ik nu een aantal toetsen niet haal, dan neem ik die ook weer mee naar het volgende jaar. Het stapelt zich op. Ik kan me voorstellen dat in het eerste jaar, als studiepunten nog nieuw voor je zijn, het wat soepeler kan. Maar ik heb ook een klasgenoot die moet nog vakken moet halen uit het eerste jaar. Je merkt met groepsopdrachten dat hij vooral  bezig is met leren voor de toetsen van het eerste jaar. Ik snap hem wel, want hij wil graag zijn propedeuse halen. Maar als je bij hem in het groepje zit, is dat vervelend want zijn prioriteiten lagen heel ergens anders. Dus een bsa van 30 studiepunten vind ik wel heel laag.”

Hoofddocent Peter Arends (Ondernemerschap & Retail Management) ziet dat anders. Hij reageerde op het SaxNow-artikel op LinkedIn: ‘Dan ontkomt deze minister er niet aan om ook de studiebeurs en de bekostiging te verhogen. Gemiddelde studieduur gaat omhoog en uitval in de hoofdfase neemt toe.  Ik denk dat de druk door iets anders verminderd moet worden’. Die opmerkingen zijn een gevoel, zegt hij desgevraagd. “Maar ik denk dat we studenten een worst voorhouden, en dat een deel van hen verderop in de studie vertraging oplopen of uitvallen.”

Pascal Heijnen, academiedirecteur Gezondheidszorg (AGZ) zit op de lijn van Saxion: “Het is een heel goede zaak dat we de druk op studenten aanpakken.” Toch noemt hij het verlagen van het bsa ‘een heel kleine oplossing voor een heel groot probleem’. “Studenten moeten in vier of vijf jaar afstuderen, terwijl centraal zou moeten staan dat je in je eigen tempo studeert. Ik vind het belangrijk dat je de daarvoor de tijd krijgt, en dat is nu niet zo. Studeren is gewoon hartstikke duur.”

Boet Hagedoorn (19), eerstejaars Commerciële Economie: “Helemaal prima”

Mist 4 studiepunten, maar gaat de bsa-norm wel halen

“De propedeuse haal ik dit jaar niet meer, maar de bsa-norm wel. Dat de norm wordt verlaagd is helemaal prima. Je gaat eerder naar leerjaar twee, krijgt meer tijd en mogelijkheden. Dat zijn wel de voordelen. Gevolg kan wel zijn dat je meer leerlingen krijgt die eerst doorstromen en later weer kappen met de opleiding. Zo bezien is 30 studiepunten wel heel laag. Verlagen naar 40 of 45 studiepunten lijkt mij beter, want dan is het iets makkelijker en leuker voor studenten en hebben ze een beetje vrije tijd.”

Ook merkt Heijnen dat de meningen onder studenten en medewerkers verdeeld zijn: er zijn er die zeggen dat het een goed idee is, anderen denken dat de problemen later in de studie komen. De opleidingen in zijn academie hanteren op dit moment een bsa van 51 studiepunten, en hebben daarmee één van de zwaardere bsa’s op Saxion. “Maar dat is eigenlijk arbitrair”, zegt hij. “Heb je iets minder punten, dan wordt je een bespreekgeval en gaan we over op maatwerk.”

Studentendecaan Lotte Beernink zegt het belangrijk te vinden dat instellingen ergens in de studie een inschatting maken van de kansen van een student. “Het is een advies of je geschikt bent voor een studie, en over de haalbaarheid”, zegt ze. “Als ze niet op de juiste plek zitten, dan is het belangrijk dat we ze ondersteunen bij het maken van een weloverwogen keuze.”

Beernink pleit ervoor om nog meer en beter in te zetten op vormen van eerste- een tweedelijns studentbegeleiding: de studiecoach en de studentendecanen of andere ondersteuning. “Op die manier kunnen we ook voorkomen dat studenten in hogere jaren uitvallen én kunnen we studenten ook voor de regio, na behalen van diploma, behouden. Studeren moet een mooie, fijne, leuke en spannende tijd zijn. Het is normaal dat je soms spanning ervaart voor toetsen of een presentatie, maar structurele prestatiedruk is voor niemand gezond.”

Lisa Boks (20) tweedejaars Social Work; "Je verplaatst de druk"

Haalde de propedeuse in het tweede jaar.

“Ik vond dat de propedeuse wel te doen was. Een bsa-norm van 30 studiepunten is denk ik te makkelijk. Iedereen kan dan naar het tweede jaar, maar je moet dan nog toetsen inhalen van het eerste jaar. Dat stapelt zich op en kan later in de opleiding voor problemen zorgen. In dat geval komen studenten er misschien pas later in de opleiding achter dat het toch niet helemaal hun ding is. Een lage norm voor het bsa kan misschien helpen tegen de stress, maar eigenlijk verplaats je die druk alleen maar naar later.”

rik

Rik Visschedijk

Guus Nijhuis2

Guus Nijhuis