Anna

1 jaar oorlog: “Ik zeg dat het goed met me gaat, maar dat is niet zo”

Na één jaar oorlog is Oekraïne als land verscheurd tussen veerkracht en verwoesting. Maar wat deed de oorlog met de Oekraïense studenten op Saxion? Hoe gaat het met ze? Hoe veranderde een jaar oorlog hen? En (hoe) houden ze hoop? Drie portretten. Als eerste Anna Babilua (19), derdejaars Fashion & Textile Technologies (FTT). “Ik heb een muur gebouwd, waarin ik doe alsof ik blij ben, alles goed is.”

This article is also available in English 

Als iemand aan haar vraagt hoe het met haar gaat, dan acteert Anna Babilua. “Ik doe alsof het goed met me gaat. Laat het lijken alsof alles oké is. En dat zeg ik ook. Maar dat is het niet.”

Het zijn niet alleen de stemmingswisselingen door de continue ontwikkelingen. Het plezier dat ze voor de oorlog had, dat heeft ze niet meer. Ze voelt het ook in haar dagelijks leven. Ze werkt, eet, studeert en slaapt nog steeds, maar: “Niets voelt nog hetzelfde, ik heb geen plezier meer, kan niet meer lachen op dezelfde manier, niets brengt me nog plezier zoals voor de oorlog.”

Niet praten

Of ze depressief is? “Misschien”, zegt ze. “Maar het punt is: wij Oekraïners praten niet echt over geestelijke gezondheid. Al mijn vrienden hebben deze gevoelens, maar we praten daar niet over. Voor mij is het misschien de angst om mezelf erin te verliezen.”

De oorlog heeft haar prioriteiten veranderd. Vanuit de eerste hand ontdekte ze wat echte vrienden waren, en in haar geval, echte familie, zoals ze het zelf noemt. Anna heeft veel familie op de Krim, en die staan anders in de oorlog dan zij. Zo spreekt ze nauwelijks nog met haar grootouders. “De oorlog veranderde wat dat betreft heel veel in mijn familie.”

Het zorgt ervoor dat ze minder makkelijk mensen dichtbij laat komen. “In een situatie als deze leer je namelijk mensen pas echt kennen.”

Ze praat ook niet meer op dezelfde manier met mensen. Voor haar stage is ze net naar Amsterdam verhuisd, dus ontmoet ze veel nieuwe mensen. Als die horen dat ze uit Oekraïne komt, verandert het gesprek ogenblikkelijk. “Dan worden ze beleefd, en gaat het over hoe het met me gaat. Het moment verandert daardoor, en mijn gevoel erbij. Nogmaals; er is niet meer hetzelfde plezier, maar ik weet het goed te verbergen. Ik ben 19, maar voel me in een klap een stuk ouder, 25 ofzo.”

Zeker weten

Pas toen haar ouders haar hielpen verhuizen, van Enschede naar Amsterdam, kwam er een stukje van de muur die ze om zichzelf heen bouwde naar beneden. “Ik bouw die muur, waarin ik doe alsof ik blij ben, alles goed is. Maar niets is goed. Ik voelde, toen mijn moeder zwaaide, als afscheid: niets is goed. Mijn moeder zit in Italië, mijn vader in Oekraïne. Ik wil niet dat zij op deze manier verder moeten leven.”

Of ze nog hoop heeft voor de toekomst? De periode van hoop was er vooral in het begin, nu is ze daar voorbij. “We zijn hier nu aan gewend. Ik hoop niet meer dat wij gaan winnen, ik weet het zeker, zeker met alle steun van Europa en andere landen. Wij hebben al gewonnen.”