Herman

Onbezongen held Herman Flierman; “Liever een schouderklopje dan 100 euro erbij”

Hij stond voor hete vuren bij de vrijwillige brandweer, maar het hart van gebouwbeheerder Herman Flierman brandt op dit moment voor zijn kleinkinderen. In de inmiddels twintig jaar bij Saxion zag hij alles: van kelder tot de bestuurskamer. Het mooiste? Het contact met de studenten. Jammer alleen dat die er steeds minder zijn, vindt hij.

On­be­zon­gen hel­den

In deze nieuwe rubriek interviewt SaxNow de mensen die zorgen dat Saxion iedere dag draait. Wat doet de kantinemedewerker, wie is die gebouwbeheerder en hoe vult de administratief medewerker z’n dagen? Want iedereen heeft wel een verhaal over werk, liefde, geluk, angsten en dromen.

Hoe kwam je op Saxion?
“Ik groeide op in de agrarische sector en werkte daar twintig jaar. Mijn vader had een boerderij, die bestond uit een gedeelte met varkens en een gedeelte met koeien. We woonden dicht bij de bosrand, dus uitbreiden met koeien kon niet. Mijn broer en ik wilden allebei de boerderij overnemen, maar voor twee man was geen plek. Toen zeiden we tegen elkaar: ‘We solliciteren tegelijk en wie het eerste een baan vindt, gaat het huis uit.’ En dus solliciteerde ik op een baan bij Saxion, werd aangenomen en sindsdien werk ik hier.”

Twintig jaar inmiddels, dan moet het wel bevallen, toch?
“Zeker, en dat om meerdere redenen. Vooral het brede scala aan mensen. Een grote groep docenten, ondersteunend personeel, en vooral heel veel jonge mensen uit verschillende culturen. Maar ook de directe collega’s. En het werk past bij me: klussen en problemen oplossen. We zijn allemaal gastvrij en dienstverlenend ingesteld. Collega’s en studenten helpen als ze ergens niet uitkomen, dat doen we het liefst.”

Waar ben je dagelijks mee bezig? Hoe ziet je dag eruit?
“Onze eerste taak is zorgen dat een docent zonder problemen zijn of haar lessen kan geven. De lokalen moeten ingericht zijn. Er mag geen rommel liggen en de apparatuur moet werken. We zitten nu in een fase waarin we overschakelen van vaste beamers naar tv-schermen. Dat brengt veel problemen met zich mee. Voorheen kon een docent naar het lokaal, hoppakee, inloggen en het werkte. Nu nemen ze hun laptop mee en dat brengt verwarring.

Het mooie van gebouwbeheerder zijn: je komt overal. ’s Morgens open je het pand en ’s avonds sluit je, maar als de dag begint weet je nooit wat je staat te wachten. Als je aan het begin van de dag een takenlijst maakt, kom je er nooit aan toe. Dat is het mooie aan dit werk. Ik heb een telefoon en een pieper bij me: ik kan opgeroepen worden voor de BHV, maar ook voor een storing. De ene keer is de storing binnen een paar minuten verholpen en de andere keer ben je uren met een collega’s bezig.”

Paspoort: Herman Flierman

  • Naam: Herman Flierman

  • Leeftijd: 61

  • Woonplaats: Bathmen

  • Wat: Gebouwbeheerder in Deventer

  • Sinds: 20 jaar op Saxion

Er moet veel veranderd zijn in twintig jaar op de hogeschool…
“Ja, en dan vooral de mentaliteit van zowel studenten als medewerkers. Op welke academie je in het verleden ook kwam: er was een gezellige sfeer, iedereen hielp elkaar en kwam voor elkaar op. Bij een open dag was het alsof de hele academie aanwezig was.

Dat is nu anders. Het idee is om alle open dagen tegelijk te houden, zodat mensen niet zoveel weekenden hoeven te werken. Iedereen is met zijn eigen dingetje bezig, in zijn eigen vakje. ‘Ik ben een docent, ik geef les, dus ik hoef er niet voor te zorgen dat er nieuwe leerlingen op school komen’, dat idee.”  

Wanneer zag je die mentaliteit veranderen?
“Er was niet een specifiek moment waarvan ik dacht ‘nu is het anders’. Het is er ingeslopen. Corona was wel een moment. Je ziet in de wandelgangen dat er minder leerlingen op school zijn. Ik heb het idee dat studenten flink wat lessen online volgen.

Herman

Foto's: Ronald Hissink

Daardoor kom je niet gezellig de hal binnen, het gebouw is een beetje doods. En als de helft van de studenten hun lessen online volgt, dan krijg je die gezellige, drukke omgeving ook niet. Pak ‘m beet tien jaar geleden was het heel anders. Tijdens de wisseling van de lessen was het in de hallen geen doorkomen aan. Dan kon je beter even wachten. Zo druk was het.”

Mis je de reuring?
“Ja, ik mis de gezelligheid, de sfeer. Je krijgt heel snel contact met studenten als je bezig bent. Ik mis de groepen studenten, de contacten en de bedrijvigheid.”

Wat is je het meeste bijgebleven in al die tijd?
“Een docente in een volle collegezaal met lichte paniek. De apparatuur deed het niet. Ik kwam binnen, drukte op een knop en toen draaide alles gewoon weer. De docente kreeg de slappe lach en kwam niet meer bij. Toen heb ik haar in een stoel gezet, ben ik achter de microfoon gaan staan en heb ik zelf een praatje gehouden in de collegezaal. Dat is ook wat ons werk leuk maakt. Een docent zit in de problemen en jij kan dat verhelpen.”

Voel je genoeg waardering op Saxion?
“Een tijdje zat dat wel onder de maat. Daar speelden de lockdowns een rol in. Wij waren op school aanwezig, maar vanuit het management niemand. We hielden alles draaiende, hadden bijvoorbeeld de tafels in alle lokalen op 1,5 meter afstand gezet, en vervolgens kwam er een nieuwe regel en konden we alles weer gaan aanpassen.

Waardering heeft niks met geld te maken. Ik heb liever een extra schouderklopje, dan dat ik er honderd euro bij krijg. Inmiddels wordt er wel meer waardering uitgesproken.”

“Je leeft maar één keer en alles waar je nog van kunt genieten, moet je ook gewoon doen.”

herman
Herman Flierman

Hoe ziet je gezin eruit?
"Ik ben getrouwd, heb twee kinderen en twee kleinkinderen. Mijn vrouw ontmoette ik tijdens het jubileum van de touwtrekvereniging. Die bestond 12,5 jaar en we gaven een feest bij café-restaurant Boode in Bathmen. De ex van een jongen in de vereniging - een vaste supporter - nam een vriendin mee en het was liefde op het eerste gezicht. We hebben de hele avond gedanst en een jaar later trouwden we. Inmiddels zijn we bijna 37 jaar getrouwd, we hebben twee zoons, een kleindochter en kleinzoon. Daar heb ik nu meer tijd voor, want ik ben gestopt bij de vrijwillige brandweer.”

De vrijwillige brandweer, spannend. Wat is je het meest bijgebleven?
“Dat is een situatie waar ik als burger bij betrokken was, maar ik zat toen al wel bij de brandweer. Ik liep stage op een boerderij, stond op het veld en hoorde een knal: er was een auto frontaal op de boom gereden, naast mijn werkplek. Ik ging er gelijk naar toe en zag een vrouw bewusteloos achter het stuur, hangend in de gordel.

Ik dacht: die gordel moet los, straks stikt ze. Maar alle deuren zaten op slot. Er zaten zeven kleine kinderen op de achterbank en ik ben via de kofferbak door de auto gekropen. Het geschreeuw van die kinderen; dát is me het meeste bijgebleven. In mijn tijd bij de brandweer liep ik ook langs het spoor om ledematen bij elkaar te rapen, ik heb in veertig dienstjaren ongevallen meegemaakt waarbij mensen onthoofd waren… Maar dat blijft me toch minder bij dan het geschreeuw van de kinderen. Terwijl uiteindelijk niemand iets mankeerde.”

En nu ben je gestopt als brandweerman, hoe ga je de vrije tijd invullen nu de kazerne zonder jou door moet?
"
Mijn donderdagen plan ik vrij voor een opa-en-oma-dag. We ondernemen van alles en er breekt een nieuwe periode aan, nu ze langzaamaan uit de luiers gaan. Zo nemen we ze mee naar een speeltuin of kinderboerderij. Die momenten, daar leef ik echt naartoe. Mijn vader is op z’n 64ste overleden en dan ga je bij jezelf nadenken… Ik ben al 61, dus misschien zitten er niet zoveel jaren meer in het vat. Je leeft maar één keer en alles waar je nog van kunt genieten, moet je ook gewoon doen.”

RHK_230515_15 SaxNow Onbezongen Helden Herman Flierman huismeester.jpg
Dominique Pilkes auteursfoto

Dominique Pilkes