onderwijs

Ouderbetrokkenheid in het onderwijs: “Je achtergrond maakt een enorm verschil”

Studenten van niet-westerse afkomst vallen vaker uit dan westerse studenten. De betrokkenheid van ouders, of het gebrek daaraan, is volgens onderwijskundige Lisa Boonk een belangrijke factor. Saxion-studenten Sabiha Dahrish en Elçin Çoraklar deelden gisteren hun ervaringen in een masterclass van Students-4-Students. “Door de taalbarrière moest ik vaak uitleggen wat het huiswerk was.”

Lisa Boonk is ondernemer, onderwijskundige en deed promotieonderzoek naar ouderbetrokkenheid in het onderwijs. Het is volgens haar belangrijk om studenten te ondersteunen in hun studie en studiesucces, en dat geldt vooral voor niet-westerse studenten. “Het gaat om het stimuleren van betrokkenheid van ouders. Dat vergroot de kans op studiesucces. Daarbij zijn drie factoren belangrijk – relatie, goede afstemming met ouders en vertrouwen.”

Waar je opgroeide maakt een verschil

Maar wat nou als je ouders de Nederlandse taal niet begrijpen en je een niet-westerse achtergrond hebt? “Waar je bent opgegroeid en door wie maakt echt een verschil in het onderwijs. Vooral het opleidingsniveau van ouders is belangrijk voor het schooladvies van een kind”, legt Lisa uit. “Het bizarre is dat we denken dat alles afhangt van intelligentie, maar dat is helemaal niet zo. De studieloopbaan hangt enorm af van de afkomst van een student en het opleidingsniveau van diens ouders.”

Studenten Elçin, Sabiha en ROC-student Don Taus zijn het daarmee eens. Zij hebben alle drie een niet-westerse achtergrond en ervaren wat Lisa beschrijft. Elçin: “Mijn ouders zijn gescheiden en mijn moeder spreekt slecht Nederlands. Daardoor dachten docenten dat ik het moeilijk zou krijgen op school. Maar ik ben mezelf, en niet mijn ouders. Ik merkte dus wel dat waar je vandaan komt invloed heeft op je schoolcarrière. Mijn ouders zijn namelijk altijd erg ondersteunend geweest en hielpen me vaak met huiswerk. Maar door de taalbarrière moest ik vaak uitleggen wat het huiswerk was.”

Sabiha kan zich vinden in de woorden van Elçin. “Ook mijn ouders waren altijd betrokken en deden hun best om mij en mijn broertjes en zusjes te helpen”, vertelt ze. “Ze hebben geen Nederlands onderwijs gevolgd en hebben vaak moeite met de taal. Dat is wel een drempel waardoor ze ons soms minder goed kunnen helpen.”

Don merkt niet zozeer dat de achtergrond van een student een grote rol speelt, maar wel dat ouderbetrokkenheid belangrijk is. “Ik kom van gescheiden ouders en heb een moeilijke jeugd gehad waarin ik bijna geen ouderbetrokkenheid ervaarde. Daardoor gaat mijn studie ook lastiger dan bij vrienden en medestudenten.”

Ouders en studenten moeten samenwerken

Wat moet je dan doen om meer ouderbetrokkenheid te creëren en hoe zorg je dat ook studenten van niet-westerse afkomst gelijke kansen krijgen? Volgens Boonk is daarvoor een simpele oplossing: ouders en docenten moeten samenwerken. “Als ouders samenwerken met docenten, ontstaat er een betere connectie tussen beide partijen. En door samenwerking kunnen studenten met een niet-westerse achtergrond net zo succesvol worden als westerse studenten. Voor ouders met een niet-westerse achtergrond is individueel contact met de mentor nog belangrijker. Deze ouders krijgen namelijk niet of nauwelijks iets mee van open dagen, informatieavonden en ouderavonden.”

Als ouders vertrouwen hebben in jou als mentor en andersom, stimuleer je betrokkenheid, volgens de onderwijskundige. Boonk: “Dit vraagt om een mindswitch en een andere manier van werken dan leraren gewend zijn in het onderwijs. Vaak wordt er in het onderwijs één oplossing bedacht en toegepast, maar dat werkt in dit geval niet. Daarom is één-op-één contact heel belangrijk. Het zorgt er namelijk voor dat de werelden van school en thuis een verbinding krijgen. Voor studenten maakt dat veel uit. Als je ouders vertrouwen hebben in een mentor en een school, voelt dat voor studenten veilig en heeft dit grote invloed op hun studiesucces.”

Amber Hagemeijer

Amber Hagemeijer