pexels-pixabay-210600.jpg

Roemeense Saxion-student wint zaak tegen ministerie van onderwijs en krijgt toch zijn studiefinanciering

Goed nieuws van de rechter voor een Roemeense Saxion-student; volgens de rechtbank heeft hij toch recht op studiefinanciering. De (oud-)student sleepte DUO voor de rechter, omdat hij volgens die dienst onvoldoende had gewerkt om in aanmerking te komen voor stufi, en ook tijdens zijn stage zou hij volgens DUO daarvoor niet in aanmerking komen. De rechtbank Overijssel was het daar niet mee eens en stelde de student vorige week op alle punten in het gelijk.

This article is also available in English

De student heeft daarom voor de maanden juli tot en met september 2019 toch recht op een aanvullende studiebeurs van bijna 400 euro per maand, terwijl de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) die beurs van in totaal zo'n 1200 euro in eerste instantie had ingetrokken.

Urennorm

Studenten uit de EU moeten in Nederland gemiddeld 56 uur per maand werken om überhaupt recht te hebben op studiefinanciering en OV-kaart. Daar maakten twee landelijke studentenorganisaties overigens onlangs nog bezwaar tegen; zij vinden 56 uur (14 uur per week) onhaalbaar naast een voltijdsstudie.

De student werkte van februari 2019 tot juli 2019 onder meer als student-assistent op Hogeschool Saxion, maar ook als productiewerker in een fabriek. Vanaf 1 september 2019 tot december van dat jaar liep hij voltijds stage bij Saxion, als verplicht onderdeel van zijn opleiding. In augustus van dat jaar werkte hij niet; toen was de student op vakantie.

Volgens DUO werkte de student in juli van dat jaar minder dan 56 uur en in augustus helemaal niet. Daarom had hij volgens de dienst tijdens die maanden geen recht op studiefinanciering. Dat geldt volgens de overheidsinstelling dan ook voor zijn stage; volgens DUO hebben studenten alleen recht op studiefinanciering tijdens hun stage, als ze de maand daarvoor ook recht hadden op studiefinanciering, wat de betreffende student volgens DUO dus in augustus niet had.

In eerste instantie kwam de dienst daar al op terug; bij nader inzien had de student volgens de instelling toch recht op studiefinanciering voor juli, omdat hij in die maand toch nog had gewerkt via een uitzendbureau. Voor de stage geldt dat volgens DUO niet; uit de stage-overeenkomst zou blijken dat dit geen arbeidsovereenkomst was, maar dat het leerdoel voorop stond.

Vakantie

De student op zijn beurt gaf aan dat hij in augustus niet werkte vanwege een vakantie; in de regelgeving is specifiek daarvoor ruimte gelaten. Bovendien vond hij het oneerlijk dat DUO niet heeft gekeken naar het totaal aantal gewerkte uren en daarvoor een gemiddelde heeft getrokken; dan komt hij uit op bijna 80 uur per maand werken gemiddeld.

De rechtbank stelt hem op alle punten in het gelijk. Daarbij speelt ook mee dat DUO in eerste instantie wel studiefinanciering had toegekend, maar die stufi later weer introk. De bewijslast lag daarom bij het bestuursorgaan.

Die had aannemelijk moeten maken dat de student niet in aanmerking kwam, maar deed dat volgens de rechtbank onvoldoende. Zo stelde DUO geen onderzoek in op zijn stage-adres om te kijken of de student daar daadwerkelijk arbeid verrichte, terwijl ze dat wel hadden kunnen doen. Ook heeft de student volgens de rechter gelijk in het feit dat duo naar het gemiddelde gewerkte uren had moeten kijken, en daarbij rekening moet houden met maximaal een maand vakantie of ziekte.

De student krijgt daarom toch zijn studiefinanciering voor de maanden mei 2019 tot en met september 2019. Ook moet het ministerie van onderwijs alle proceskosten aan de student betalen, in totaal iets meer dan 2.100 euro.

Bas3

Bas Klaassen