Leidinggevenden op Saxion gaan verschillend om met de zogenoemde duurzame inzetbaarheids-uren, constateerde de Centrale Medezeggenschap in de laatste vergadering. De CMR riep op tot een ‘mentaliteitsverandering’. Want die uren zijn in de CAO vastgelegd en moeten zorgen dat de medewerker ‘op termijn het werk goed, gezond en met plezier kan blijven doen’ en mogen daarvoor naar eigen inzicht worden ingezet. Jan Willem Meinsma (college van bestuur) bevestigde dat. “We gaan hierover extra communiceren.”
Namens de CMR zei Ruben Sinkeldam dat bij de inzet van Duurzame Inzetbaarheid-uren (DI) de medewerker in de lead hoort te zijn. Die uren kunnen worden ingezet voor het bijhouden van de ‘vakbekwaamheid’. Maar ook voor het ‘herstel van de werk-privé balans.’ En daar gaat het volgens Sinkeldam niet altijd goed. “Er wordt soms letterlijk gezegd: de uren zijn niet voor verlof of vakantie.”
DI-uren?
Medewerkers in het hbo met een contract van meer dan 0,4 fte hebben recht op duurzame inzetbaarheidsuren, zo is in de cao vastgelegd. Voorwaarde om van die regeling gebruikt te maken is wel dat ze van de afgelopen vijf jaar er minimaal drie werkzaam zijn geweest in het hbo. Medewerkers met een fulltime hebben recht op 45 DI-uren per jaar, voor een kleiner dienstverband is dat naar rato.
Het gaat volgens de CMR om een probleem in de cultuur binnen Saxion. “Centraal moet staan dat we elkaar professioneel behandelen”, aldus Sinkeldam. “En dat daarmee de keuzes die we maken serieus genomen worden. Pas daarna zou je met je leidinggevende moeten bekijken of die keuzes een probleem opleveren.”
Jan Willem Meinsma (CvB) bevestigde dat het doel van de DI-uren ‘heel helder is’: “Die zijn in te zetten naar eigen inzicht, zeker ook in deze tijd waarin mensen er nogal eens doorheen zitten.” Dat is anders met het aanvragen van verlof of studie-uren, zei hij erbij. Meinsma zegde toe dat Saxion extra en helder zal communiceren over de DI-uren en de bedoeling daarvan.
Sinkeldam kwam nog terug op de mentaliteitsverandering, die volgens de CMR nodig is. Hij maakte dat concreet met een eigen ervaring. Hij wilde in België een bijscholing doen, en stelde voor om zelf de reis en het verblijf te betalen. Omdat hij geen reactie kreeg is hij naar België gegaan. Bij terugkomst kreeg hij te horen, zo vertelde hij, dat zijn verzoek was afgewezen. Hoewel anekdotisch, benadrukte Sinkeldam dat er meer van dit soort voorbeelden zijn op Saxion. “Daarom moet die mentaliteitsverandering er komen.”
Een mentaliteitsverandering is een groot ding, reageerde collegevoorzitter Anka Mulder. “Laten we met deze kleine stap beginnen.”
Gerelateerde artikelen
Maerhaba Yishake (42) haalde onlangs haar zwemdiploma’s; “Wil iedereen in het gezin eruit kunnen zwemmen”
Ze groeide op in Ürümqi in het noordwesten van China, de miljoenenstad die volgens Maerhaba Yishake het verst van een zee of oceaan verwijderd. Daar was het helemaal niet gewoon om als kind op zwemles te gaan. Maar hier, in Enschede, is het dat wel. Haar kinderen van 7 en 11 jaar oud haalden al een poos geleden hun diploma’s tot en met C. Gevolgd door 42-jarige moeder, die onlangs haar C diploma behaalde. “Als ik ook maar één iemand kan inspireren om te leren zwemmen, dan ben ik al blij.”
Toetsing van hbo-onderzoek moet geen nattevingerwerk zijn vindt Sarah Coombs; ze promoveerde op onderzoek van hogescholen
Welk nut? Welke kwaliteit? En: welke impact heeft onderzoek van hogescholen eigenlijk? Is dat überhaupt te meten of op een andere wijze zichtbaar te maken? Zoals bijvoorbeeld bij universitair onderzoek gebeurt? Sarah Coombs (45) is onderzoeksadviseur op Saxion en vroeg het zich al langer af: hoe toetsen hbo-onderzoekers of hun onderzoek effect heeft. Ze promoveerde via Saxion en Universiteit Leiden op hoe je de impact van onderzoek aan hogescholen zichtbaar kunt maken.
Van tv-wereld naar filmclub: docent Sjaak Christenhusz deelt zijn passie met studenten
Steeds minder studenten kijken naar films, viel docent en filmfanaat Sjaak Christenhusz op. En dat vindt hij jammer. “Film is zo’n prachtig medium om een verhaal visueel over te brengen.” Gelukkig is er een oplossing: elke maand organiseert hij samen met zijn broer een filmavond voor studenten. “We hopen ze verder te leren kijken dan hun neus lang is.”