RHK_220307_01 SAXNOW APELDOORN HOGE HOTELSCHOOL HAROLD NEIJENHUIS DIRECTEUR.jpg

In kostuum naar school, wijnproeven en verplicht naar het buitenland: lang leve de Hoge Hotelschool

Ze bestaat twintig jaar. Je leert er ‘u’ zeggen (en nog talloze andere etiquette). Je gedrag is hier, net als op de basisschool, zelfs nog onderdeel van je ‘rapport’. Daartegenover staat veel losbandigheid, die op geen enkele andere opleiding kan. Een inkijkje bij het twintigjarige geheim van Saxion: de majestueuze ‘Hotelschool’.

We zijn door de draaideuren heen en geven Harold Neijenhuis een boks. De opleidingsmanager van Saxions Hoge Hotelschool heet ons welkom en praat verder. We horen hem wel, maar ook weer niet. Afgeleid door deze entree. My goodness, mocht Saxion verkiezingen houden voor het allermooiste schoolgebouw, dan is dit het mooiste meisje van de klas, waarschijnlijk.

In de Apeldoornse volksmond heet het gebouw de oude Nettenfabriek. Want hier stichtte de Zwitserse Carl Gustav von Zeppelin de allereerste nettenfabriek van Nederland (1883). Neijenhuis: “Je zou denken: zo'n fabriek voor visnetten leg je aan bij zee. Toch niet hier in Apeldoorn?! De reden is voor mij ook nog steeds een raadsel. Het antwoord kan jij als journalist misschien eens opzoeken? Als je tijd over hebt’’, eindigt Neijenhuis met knipoog.

Vooruit. Met de blik van nu lijkt de plek inderdaad niet zo strategisch. Maar rond 1900 was het best oké. Apeldoorn zag er anders uit en de fabriek zat destijds nog korter bij het station én het Apeldoorns Kanaal. Zo waren er ineens twee manieren voor transport: per spoor en per boot. 

Het fabriekshart - waar mannen netten aan elkaar knoopten, met de pet op de kop en het zweet op hun voorhoofd - is nu het restaurant. Oranjerode bakstenen gaan bijna tien meter de lucht in. Een hagelwitte trap en lampen hangen ergens ver boven je hoofd, wanneer jij aan tafel zit. Deze fabriek is nu een basiliek, met als hoogmis: de hoge hotellessen.

Formeel én informeel
Wie als student een opleiding wil die afwijkt van het gemiddelde, moet misschien hier eens kijken. Oké, er moeten een aantal dingen. Neijenhuis geeft de voorbeelden: je moet verplicht een kostuum kopen én op sommige momenten verplicht een kostuum aan op school. Twee: je moet verplicht een half jaar in het buitenland studeren (maar hoe erg is dat?). Om de waarden van gastvrijheid in een andere cultuur te ontdekken. Drie: je moet ermee dealen dat je gedrag beoordeeld wordt. 

Na al het zuur wacht altijd het zoete. Je mag op deze opleiding legaal wijn drinken tijdens de wijnproeverij-colleges, er is een eigen studentencafé en er is een mogelijkheid om meerdere talen te leren.

Harold Neijenhuis

Harold Neijenhuis in de Nettenfabriek, het gebouw van de Hoge Hotelschool. 

De opleiding is een klein en warm nest, duidt Neijenhuis. “We zijn formeel en informeel tegelijk. Je leert hier nog mensen met u aan te spreken. Want: netjes. Als ik met jou door de school loop zeggen ze ‘meneer Neijenhuis’ tegen mij. Jij bent te gast en zo spreek je docenten dan aan.’’ Is het bezoek weg dan kunnen ze ‘je’, ‘jij’ of ‘Harold’ zeggen", aldus Nijenhuis lachend. Dan wordt het de grootste familie van Saxion? “Een beetje wel, ja.’’

Neijenhuis: “Dat familiegevoel is hier ontstaan, omdat we een relatief kleine Saxion-opleiding zijn.’’ Saxion kent bijna 30.000 studenten, slechts 1.000 daarvan zitten op de drie Saxion-opleidingen in Apeldoorn. “Iedereen kent elkaar zodoende op z’n minst van gezicht. Docenten lopen dwars tussen de studenten door. Buiten colleges en bezoek om, is alles uitermate informeel eigenlijk.’’ Als in de beste horecabedrijven: in de keuken kun je keten, in het restaurant is er rust, rein en regelmaat.

Het lonkende Apeldoorn
Ooit, in 2001, begon deze grootste familie in Deventer. “Destijds ontstond er al snel een politieke lobby vanuit Apeldoorn’’, vertelt Neijenhuis. Deze opleiding is één van de redenen dat Saxion tevens Apeldoorns werd. 

Apeldoorn kende nog niet veel HBO-opleidingen en wilde zich meer profileren als studentenstad. De Apeldoornse politiek moest van zichzelf deze opleiding inlijven en spreidde een bedje. Eerst kreeg de opleiding een eigen plek aan de Kerklaan. Later werd het deze statige Nettenfabriek.

Harold en Marion Holtkamp

Harold Neijenhuis naast Marion Holtkamp, een bijzondere docent, omdat ze ook leerling was op deze school.

Marion Holtkamp is een bijzondere docent, omdat ze ook leerling was op deze school. “Ik maakte de overstap van Deventer naar Apeldoorn als student nog mee. Je had al Hoge Hotelscholen in Den Haag en Leeuwarden destijds. Met eigen prachtige hotelscholen. Ineens hadden wij van Saxion dat ook.’’

Holtkamp herinnert zich de lessen. “Je leerde het presenteren voor een groep en het podium pakken. Anderen aan je te binden. Je leerde natuurlijk veel over hotellerie, maar misschien nog het meest in het briefen van een team, op zelfverzekerde wijze. Mensen als manager meenemen in je verhaal.’’

Leiders binnen banken 
Dat maakt de Hoge Hotelschool niet alleen een ‘hotel-opleiding’, vertelt Neijenhuis. Ja, de opleiding leidt mensen op voor hotels. “Maar onze, zoals we dat in drogere directeurstaal zeggen, uitstroom is divers.’’ Want ‘slechts’ dertig procent van de afgestudeerden gaat daadwerkelijk in een hotel werken. 

“Andere afgestudeerden gaan naar de - wat wij zeggen - secundaire sector, geven daar veelal leiding.’’ Oftewel: ze werken in de foodservice-industrie. “Neem groothandelaren als een Sligro, Hanos of andere toeleveranciers.'' Weer een andere groep eindigt in de tertiaire sector. “Zoals het bankwezen.’' Het laatste deel vertrekt naar de quartaire sector. “Een moeilijk woord voor niet-commerciële instellingen als ziekenhuizen.’’

Neijenhuis: “Zij die niet in hotels eindigen hebben misschien niet specifieke kennis van de branche waarin ze werken, maar ze leren bij ons wel teams leiden. Zo werden ze veelal de rationele besluitvormers, rondom personeel, waar bedrijven naar smachten. Én die bedrijven soms boven absolute kenners van de materie verkozen. Oud-studenten van mij leiden bijvoorbeeld zelfs hogere afdelingen bij de Rabobank.’’

Neijenhuis kan uren praten over de duizend types die vanaf deze Nettenfabriek de wereld ingingen. “Gastvrijheid vanuit een managementperspectief zeg ik dan. Maar het kan ook in één regel, trouwens: mensen die hier vertrekken willen het anderen naar hun zin maken. Wij faciliteren dat het bedrijf goed en vrolijk draait.’’

Een trofee in feestjaar?

De Hotello of the Year is de oscar of gouden schoen in de hotelwereld, die gaat naar de persoon die zich heet meest onderscheidde op dat vakgebied. “De timing van de genomineerden is prachtig voor ons’’, vertelt opleidingsmanager Harold Neijenhuis.

Precies bij het twintigjarig bestaan wordt een oud-student van de Hoge Hotelschool Apeldoorn genomineerd: Joachim de Looij. ‘Zijn’ BUNK Hotels geeft het Nederlandse hotellandschap iets nieuws. Het bouwt leegstaande kerken, zoals de Westerkerk in Utrecht, om tot hotels met restaurants. 

“In mei hoor ik of ik win. Ik zou dat ook heel mooi voor de opleiding vinden. Andere Hoge Hotelscholen leverden al eens een winnaar af, ik zou voor Apeldoorn de eerste zijn.”

Toen hij mocht kiezen vergeleek De Looij de opleidingen. “Ik ben van de tweede lichting. Apeldoorn was nog een fonkelnieuwe hoge hotelschool. Ik koos er toch voor. Het kleinschaligere stond mij aan. Ik vond dat erg aantrekkelijk. Dat maakte dat je veel aandacht kreeg en de school een knusse uitvalsbasis was. Dat is gebleven, volgens mij. Je deed relatief veel stages en opdrachten in vergelijking tot andere opleidingen. Vlieguren maken in de praktijk, dat wil je ook. Ik heb echt nooit spijt gehad van deze keuze.’' 

André Valkeman

André Valkeman