Eveline Kroes Dijkdrenth, docent bij de Academie Mens & Maatschappij, betoogt in dit ingezonden opiniestuk waarom ze zich vooral heel veel zorgen maakt over de invoering van het Saxion Onderwijs Model (SOM). 'Het Trojaanse paard lijkt al te zijn verwelkomd, maar is de poort ook al dicht?'
In september 2022 starten we bij de Academie Mens en Maatschappij met een nieuw curriculum. We hebben een nieuw beroepsprofiel, de maatschappij verandert en over de rol van de sociaal werker wordt druk gediscussieerd. Reden genoeg dus voor onderwijsverandering.
Tegelijkertijd worden we ook geacht in het nieuwe onderwijs een nieuwe didactische onderwijsvisie te weven: het Saxion Onderwijs Model (SOM). Voor de één is dit dé manier om het onderwijs (weer) leuk te maken, en als je lector Irene Visscher-Voerman moet geloven zelfs de enige manier waarop studenten effectief leren, maar ik maak mij vooral zorgen, heel veel zorgen. Want halen we met SOM niet een Trojaans paard binnen?
Beste bedoelingen
Ik geloof dat SOM met de beste bedoelingen ontworpen is door lector Visscher-Voerman en mede-onderwijskundigen. Zoals veel beleid met de beste bedoelingen wordt bedacht. Helaas staat een goede bedoeling niet garant voor een goede uitkomst. Denk bijvoorbeeld aan de wetten en regels die werden opgesteld om fraude bij kinderopvangtoeslag tegen te gaan. Goede bedoelingen met veel leed als gevolg, beter bekend als de toeslagenaffaire.
Maar dat weten we nu achteraf (of hadden we ons dat ook vooraf ook kunnen bedenken?) en SOM moet nog geïmplementeerd worden. Waarom zou je je hier nu al zorgen om maken en er zelfs de toeslagenaffaire bij betrekken? Veel te overdreven, toch?
Niet overdreven
Ik durf te stellen dat dit niet (te) overdreven is en ik denk dat de Commissie Dijsselbloem dit met mij eens is. Deze commissie deed in 2007 een parlementair onderzoek naar de invoering van het ‘nieuwe leren’ in het voortgezet onderwijs in de jaren ‘90. Dit was een onderwijsvernieuwing met een onderwijsvisie die veel overeenkomsten vertoont met SOM.
Het onderzoek startte na klachten van scholieren en studenten over de afnemende kwaliteit van het onderwijs na invoering van het ‘nieuwe leren’ door de overheid. Het doel van het onderzoek was om lessen te trekken voor de toekomst. In 2008 presenteerde de commissie haar bevindingen in het vernietigend eindrapport Tijd voor onderwijs.
Met het lezen van het rapport van de Commissie Dijsselbloem bekruipt mij steeds meer het onaangename gevoel dat op Saxion de geschiedenis zich herhaalt.
De commissie concludeerde dat de onderwijsvernieuwing met ‘veel euforie en weinig empirie’ van bovenaf werd opgelegd. De beleidsmakers wordt een tunnelvisie verweten. Gelijkgestemden drukten met anekdotisch bewijs een onderwijsvisie door. ‘Eigen ervaringen in plaats van wetenschappelijk onderzoek vormden de onderbouwing van de ingezette didactische vernieuwingen. Deugdelijke pilots en experimenten ontbraken’.
De kwaliteitsverhoging van het onderwijs was beperkt en de effecten soms zelfs negatief: een dalende trend van het niveau van taal (met name leesvaardigheid) en rekenen/wiskunde. En met name voor leerlingen met van huis uit minder bagage was volgens experts een grote nadruk op zelfstandig leren risicovol.
Met het lezen van het rapport van de Commissie Dijsselbloem bekruipt mij steeds meer het onaangename gevoel dat op Saxion de geschiedenis zich herhaalt.
Van bovenaf
Een onderwijsvernieuwing van bovenaf opgelegd, met weinig ruimte voor discussie over deze visie en vergaande gevolgen voor de vormgeving van het onderwijs en met nota een overeenkomstige onderwijsvisie die de commissie zo bekritiseert. De overeenkomsten tussen het ‘nieuwe leren’ en SOM zijn na het lezen van het rapport bijna beangstigend.
Het nieuwe leren gaat om betekenisvolle en authentieke contexten en over ‘activerende leeromgeving met accent op zelfstandig leren’. In SOM wordt gesproken over authentieke beroepsopdrachten en actuele vraagstukken uit de praktijk en gaat het om actief en samen leren van studenten.
Het zelfontdekkend leren of ervaringsleren wordt in beide visies als een effectieve manier gezien van leren. Een aantal hoogleraren geeft echter aan dat hier geen onderbouwing voor is, het minder effectief is en zelfs schadelijk kan zijn ‘omdat het bij leerlingen niet de basiskennis aanbrengt die ze nodig hebben om op verder te kunnen bouwen, […] het soms leidt tot allerlei misconcepties over bepaalde kernbegrippen van bepaalde vakken, [en] soms leidt tot ongeorganiseerde kennis’.
Andere rol
In het nieuwe leren is een andere rol voor de docent weggelegd. Er is minder kennisoverdracht en meer begeleiding van leerlingen door de docent. Bij SOM verandert de rol van de docent ook. De docent wordt coach van het leerproces en de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student.
Hier sluit de kritiek uit het rapport aan op inefficiëntie van het zelfontdekkend leren, want in deze didactische vorm krijgt met name de vorm veel aandacht en tijd en gaat dit ten koste van wat geleerd moet worden. En juist die kennisbasis achten de experts van belang voor het verdere leren omdat dit een kader biedt waarbinnen nieuw opgedane kennis en ervaring op waarde geschat kan worden en geduid. Zelfontdekkend leren als aanvulling zien de experts wel als mogelijkheid, maar de nadruk moet liggen op het overbrengen van een kennisbasis.
Het Trojaanse paard lijkt al te zijn verwelkomd, maar is de poort ook al dicht? Laten we niet wachten tot een volgend parlementair onderzoek over het onderwijs in Nederland. Laten we nu de discussie of het gesprek voeren over wat wij goed onderwijs vinden en dit baseren op gedegen onderzoek. En wat mij betreft mag dat onderwijs ook best schuren, ongemakkelijk en moeilijk zijn, maar moeten we onze studenten vooral een gedegen kennisbasis geven en moet het onderwijs voor iedereen passend zijn.
Eigen mening? Kom maar door!
Door een opinie in te sturen lever je een bijdrage aan het publieke debat op Saxion. Wij nodigen lezers nadrukkelijk uit bij te dragen aan de discussie, te reageren op eerdere opiniestukken of om een nieuw onderwerp op de agenda te zetten. Het gesprek faciliteren is een belangrijk doel voor ons. Daarbij gelden enkele gedragsregels.
Gerelateerde artikelen
Toetsing van hbo-onderzoek moet geen nattevingerwerk zijn vindt Sarah Coombs; ze promoveerde op onderzoek van hogescholen
Welk nut? Welke kwaliteit? En: welke impact heeft onderzoek van hogescholen eigenlijk? Is dat überhaupt te meten of op een andere wijze zichtbaar te maken? Zoals bijvoorbeeld bij universitair onderzoek gebeurt? Sarah Coombs (45) is onderzoeksadviseur op Saxion en vroeg het zich al langer af: hoe toetsen hbo-onderzoekers of hun onderzoek effect heeft. Ze promoveerde via Saxion en Universiteit Leiden op hoe je de impact van onderzoek aan hogescholen zichtbaar kunt maken.
Van tv-wereld naar filmclub: docent Sjaak Christenhusz deelt zijn passie met studenten
Steeds minder studenten kijken naar films, viel docent en filmfanaat Sjaak Christenhusz op. En dat vindt hij jammer. “Film is zo’n prachtig medium om een verhaal visueel over te brengen.” Gelukkig is er een oplossing: elke maand organiseert hij samen met zijn broer een filmavond voor studenten. “We hopen ze verder te leren kijken dan hun neus lang is.”
De Studentrecensent: een 6 voor het OV tussen Glanerbrug en Enschede
Wie wel eens met het openbaar vervoer naar Enschede komt, die weet: in de bus of trein in Enschede kan van alles gebeuren. Te veel passagiers, te weinig passagiers, een chauffeur die al een eeuw in dienst is of nog maar net, een halfuur vertraging of juist een paar minuten te vroeg. Niets zo veranderlijk als het weer en het Enschedese openbaar vervoer. Dat houdt het spannend, zullen we maar zeggen. Daarom toch een zes voor het OV tussen Glanerbrug en Enschede.