De Futs22

Column: Woke

Wat hadden ze dan gedacht? Dat was de eerste gedachte die bij me opkwam toen bekend werd dat de hoofdredacteuren van twintig universiteits -en hogeschoolbladen, - waaronder dit medium - hun enquête onder studenten en personeel naar meningen over diversiteit moesten intrekken, na een ‘kaping’ door Geenstijl-lezers.

Natuurlijk was het voorspel dat een dergelijk onderwerp een dankbaar doelwit zou vormen voor kwaadwillenden. En wie werkt er vandaag de dag nog met openbare online enquêtes? Het was een uitgesproken naïeve actie van de Kring van Hoofdredacteuren (sorry, hoofdredacteur Rik). Het is spijtig, want ik keek wel uit naar de uitslagen, zeker naar hoeveel collega’s zich ‘intellectueel onderdrukt’ voelen.

Het is sowieso een ingewikkelde tijd voor diversiteit en wokeness in het hoger onderwijs. Vorige week ontstond een rel aan de universiteit Leiden vanwege twee personeelsleden die aanstoot namen aan een schilderij van oude, rokende, mannelijke universiteitsbestuurders, waarop zij het schilderij uit protest omdraaiden. Een klinkende overwinning op de patriarchaat! Alleen bleek het schilderij in kwestie vooral een onflatteuze parodie op de Leidse bestuurscultuur, en bleek een van de bestuurders een Joodse holocaust-overlever te zijn, wat de cancelpoging een nog ietwat onbesuisder karakter gaf. Inmiddels hangt het portret weer normaal. Maar het geheel laat zien hoeveel ophef diversiteit en woke kunnen veroorzaken in onze tijd.

Witte, mannelijke, heteroseksuele columnisten

Net als alle andere witte, mannelijke, heteroseksuele columnisten van middelbare leeftijd vind ik mezelf bij uitstek geschikt om dit fenomeen te duiden. En laat ik duidelijk zijn, ondanks de irritantere aspecten van de woke-beweging, zoals de grote focus op het corrigeren van andermanstaalgebruik en het slordige en vaak tenenkrommende eigen gebruik van Engelse termen, reken ik mezelf er – schoorvoetend - toe. Als ik me bijvoorbeeld herinner hoe transseksuele mensen een jaar op 15 geleden nog werden behandeld en maatschappelijk geïsoleerd, vind ik het prima om in woke-tijden te leven.

Daar komt bij dat de mensen die zich boos maken over woke mij sterk doen denken aan de mensen die dertig jaar geleden boos waren over wat ze toen niet woke maar ‘politieke correctheid’ noemden; namelijk dat ze - in tegenstelling tot vroeger - aangesproken werden op racistische, seksistische en homofobe opmerkingen.

Sterker nog: het uit zich nu precies hetzelfde als destijds; journalisten en opiniemakers die in grote krantenpagina’s en in talkshows lopen janken dat ze niets meer mogen zeggen en gecanceld worden. Geprivilegieerde mensen die het niet kunnen hebben dat iemand ze een keer tegenspreekt, of dat de tijdsgeest ze verwilderd achterlaat. Betekent dat dat woke-activisten niet drammerig, onredelijk en dogmatisch zijn? Geenszins. Maar jonge mensen zijn heel vaak drammerig, onredelijk en dogmatisch. Kijk maar eens naar interviews met babyboomers uit de tijd van de Maagdenhuisbezetting van ‘69. Betekent niet dat ze niet soms een punt hadden.

Leve het onveilige onderwijs

Waar ik echter wel moeite mee heb is het begrip ‘veilig’. En dan bedoel ik niet fysieke veiligheid, maar het idee dat een ruimte of instelling vrij moet kunnen zijn van kritiek, vooroordelen en onwelkome meningen. Vooral in een onderwijscontext. Want onderdeel van onderwijs, zeker hoger onderwijs, is juist voortdurend geconfronteerd worden met nieuwe, en vaak ook tegenstrijdige ideeën. En om je eigen ideeën, en ideeën van anderen, te toetsen aan de werkelijkheid. Goed onderwijs is wat dat betreft per definitie onveilig.

Dus leve het onveilige onderwijs. Of dat nu in de vorm komt van de genderneutrale toiletten en regenboogzebrapaden van deze tijd, niet-gedekoloniseerde schilderijen met tevreden rokende bestuurders, of zelfs een niet helemaal goed doordacht diversiteitsonderzoek. Een hogeschool vol met verschillende, schurende en niet-samengaande opvattingen, dat is pas ware diversiteit.

CELZ210622-9126.jpg

Frank Futselaar

Frank Futselaar is docent Creative Business en voormalig Tweede Kamerlid. Trouw schreef ooit over hem dat hij opvallend veel humor heeft voor een SP’er.