Thuisgroepen en huiskamers een groot succes? Medezeggenschap heeft z’n twijfels

De Centrale Medezeggenschap was in de laatste overlegvergadering met het college van bestuur kritisch over de ‘thuisgroepen’ en de ‘huiskamers’. Die zijn volgens het bestuur een succes, maar de medezeggenschap denkt daar anders over. “Studenten weten niet wat een thuisgroep is, of wat het belang daarvan is. En we vragen ons af wat de toegevoegde waarde van de huiskamer is.”

Het idee van de thuisgroepen: een vaste groep studenten die, tijdens de duur van de studie, onder leiding van een studiecoach werkt aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Het is één van de speerpunten van het vernieuwde Saxion Onderwijsmodel uit 2022.

De huiskamers zouden daar dan weer een bijdrage aan leveren. Die huiskamers zijn een plek binnen de academies waar studenten kunnen ontspannen, zich terugtrekken en medestudenten kunnen ontmoeten. Een dag in de week is daar dan een ‘huiskamercoach’, voor advies en begeleiding.

In de laatste managementrapportage staat dat er nu zeven huiskamers klaar zijn, dat de ontwerpen voor de academies BBT en ACT gereed zijn en dat er alternatieven worden uitgewerkt voor de academies die geen ruimte beschikbaar hebben voor een huiskamer. In die rapportage wordt het concept huiskamer good practice genoemd, dat landelijke erkenning krijgt.

Maar dat ziet de CMR anders. De thuisgroepen, zei studentlid Dhillen van Wingerden, worden wel gepresenteerd als belangrijk en succesvol, maar de CMR hoort dat die ‘wisselend’ en ‘overwegend kritisch’ worden ervaren. “Veel studenten weten niet wat een thuisgroep is of wat het doel ervan moet zijn. In de praktijk zien we weinig tot geen verschil met de oude studieloopbaanbegeleiders.”

Bijeenkomsten van de thuisgroepen worden volgens hem slecht bezocht. “Nu komt er verplichte aanwezigheid, terwijl nooit geëvalueerd is hoe een thuisgroep ingericht moet worden.”

De CMR had ook kritiek op het voornemen om de huiskamers uit te breiden. “Wij vinden het belangrijk om eerst de toegevoegde waarde te onderzoeken, aldus Van Wingerden. Nico Kerssens, voorzitter van de CMR, vulde aan: “We investeren fors in de thuisgroepen. Ik vraag me af of dat vruchtbaar is. Dat is niet wat ik zie in Apeldoorn en Deventer.”

Collegelid Suzan Koning zei dat ze in overleg zou gaan met de dienst Onderwijs en Student Support. 

 

rik

Rik Visschedijk