mosa

De Balans: “Vertel je verhaal, want dan gaan deuren en harten open”

Mosa Almansour (29) begint aan zijn afstudeeropdracht voor de opleiding accountancy. Hij kwam in september 2015, na een barre tocht, als Syrische vluchteling aan in Nederland. Mosa zette zich als vrijwilliger meteen in voor de samenleving en begon een studie. In De Balans deelt hij zijn levenslessen.

1. Zet door, geef niet op
“In een donker hol, opeengepakt met jongens en mannen, restte me niets anders dan bidden. Er waren martelingen door de bewakers, gevangenen die elkaar seksueel misbruikten. Eerder was de geheime dienst van Assad naar mijn klas gekomen, met de mededeling dat ik me moest melden. We gingen de trappen af en in die kelder bleef ik achttien dagen. De aanklacht? Ik zou me uitspreken tegen het regime. Niets van waar.

Maar het had geen zin om in opstand te komen, want ik wist: dat zou het alleen maar erger maken. Er was geen advocaat, de eerste dagen werd ik niet eens ondervraagd. Ik moest mijn verstand op nul zetten en vertrouwen hebben in een goede afloop. Op zulke momenten wordt de dood je beste vriend. Want wat je daar meemaakt, is duizend keer erger dan het einde. Maar ik moest doorzetten. Het regime is tot alles in staat: als ik breek, dan lopen mijn zus, broer, vader en moeder gevaar.”

De Balans

In deze serie maakt SaxNow met verschillende Saxionners de balans op. Wat heeft het leven en werk gebracht, wat zijn hun passies en twijfels? En welke levenslessen trekken ze daaruit?

2. Het komt goed. Insha’Allah, als God het wil
“Ik ben Islamiet, met het geloof opgegroeid. Twijfel heb ik niet gehad, ook niet in die cel. Je geloof moet onwrikbaar zijn, dat leren wij. Als God je beproeft, dan test hij je. Daarom voelde ik me nooit alleen of verlaten. Deze situatie lag buiten mij, ik moest het doorstaan en vertrouwen hebben in de wil van God.

Er zijn momenten dat je een keus moet maken. Ik vluchtte op mijn negentiende uit Syrië en ging naar mijn broer in Libanon. Daar werkte ik als reparateur van sanitair en riolering. Maar echt uitzicht had ik niet, en al helemaal niet toen ik werd opgepakt omdat mijn papieren niet in orde zouden zijn. Weer zat ik vast, dit keer omdat ik illegale documenten zou bezitten. Ik kwam vrij, en besloot: hier ligt voor mij geen toekomst. Met mijn broer vertrok ik naar Turkije, op 22 juli 2015. Ik had 6300 euro bij me, alles wat ik had gespaard.

Onze eerste oversteek naar Griekenland mislukte, de rubberboot werd door de Griekse kustwacht aangevallen en we moesten terug. Mijn broer wilde niet verder: ‘ik ga terug’, zei hij. Maar ik wilde het vertrouwen hebben in een beter leven. ‘Wat er gaat gebeuren, kan nooit erger zijn dan wat gebeurde’, hield ik me voor. En dus ging ik voor de tweede keer. Voor veel geld kocht ik een ‘ticket’ op een iets veiligere en snellere boot. Met alleen mijn ID-kaart en foto’s van familie in een tasje en het geld verstopt in de voering van mijn jas. Al het geld dat ik had, ging op aan het vluchten.”
 

3. Taal is meer dan communicatie, het is begrip en empathie
“Toen ik in Nederland aankwam, wilde ik me meteen nuttig maken. Ik ging vrijwilligerswerk doen bij kinderpretpark Julianatoren in Apeldoorn, zodat ik de cultuur en de taal snel zou leren. En natuurlijk kon ik zo iets terug doen voor Nederland. Ik schreef me na een tijdje in bij Saxion voor Nederlands als tweede taal. Na een jaar oriënteerde ik me op mogelijke studies. Er is hier veel keus. Tè veel, misschien. Uiteindelijk koos ik voor accountancy, maar het eerste jaar viel me zwaar. Het was moeilijk om mee te komen vanwege de taalbarrière, ik had het gevoel dat ik alleen maar domme vragen stelde.

Gaandeweg beheerste ik de taal steeds beter. Ik begon te vertellen over mijn achtergrond, over mijn reis door Europa en de hachelijke momenten. En over mijn tijd in Syrië. Niet om medelijden op te wekken, maar om iets van mezelf te laten zien. Want ja, mijn achtergrond is heel anders dan van de meeste klasgenoten, maar dat wil niet zeggen dat je elkaar niet kunt verstaan en begrijpen.

Daarom vond ik het zo belangrijk om meteen actief te worden in Nederland, je moet moeite doen om een nieuw land te doorgronden. Vrijwilligerswerk, een bijbaan bij Decathlon, mijn studie en zelf geregelde stage bij de Belastingdienst; het leverde een nominatie op als ‘uitblinker van het jaar’ van UAF, de stichting voor vluchteling-studenten. Daar ben ik wel trots op, natuurlijk.”

4. Wees dankbaar, en geef terug
“Ik ben Nederland immens dankbaar voor de kansen die ik krijg. Toen ik de vluchtreis begon, moest Nederland het einddoel zijn. Want ik dacht dat de procedures hier snel zouden gaan, veel sneller dan andere Europese landen. Ik vluchtte uit Syrië uit lijfsbehoud en ook in Libanon was er de kans dat ik weer opgepakt zou worden. Ik zocht en vond veiligheid in Nederland.

Als Syrië ooit weer veilig is, overweeg ik om terug te gaan. Naar mijn familie, maar ook om het land op te bouwen. Daarom ben ik zo blij met mijn opleiding accountancy. Ik begon omdat ik van cijfers en statistiek hou, maar de schoonheid zit erin dat je bedrijfsvoering controleert. Als registeraccountant, wat ik wil worden, bewaak je de poort. Als het kan, dan wil ik dat werk voor Syrië doen en zo het land helpen. Maar dat zit er de komende tijd niet in, zeker niet zolang Assad aan de macht is.”

mosa2

Foto: Ronald Hissink

5. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard
“Zo’n reis door Europa, het is ellendig. Maar je krijgt ook iets van waarde. Vertrouwen. Met een groep gasten door de nacht reizen, ze met je schaarse bezittingen vertrouwen. Samen in de loop van een doorgeladen AK-47 automatisch geweer kijken op de grens van Macedonië, met een militie die zegt: ‘Go back, now’. Met die jongens bouw je zó snel een vertrouwensband, die ongekend diep is. Alleen familie komt daar bij in de buurt.”

In de trein vielen we half in slaap, toen ik wakker werd getikt. Of ik mijn papieren kon laten zien. Ik twijfelde: wat moet ik doen? Ik deed alsof ik de conducteur niet begreep. Tot hij zei: ‘Don’t worry, you’re in Holland’. Vanaf daar was het een warm bad. Op het politiebureau kreeg ik koffie – ongekend! In asielzoekerscentrum Ter Apel een warm welkom. Daarna groeide het vertrouwen door alle positieve ervaringen in Nederland. En ik bouwde vriendschappen op die waardevol zijn in mijn leven.”

6. Je afkomst kun je niet verloochenen
“Ik groeide op in Ar-Rastan, in een harmonieus gezin. We hadden het niet slecht, mijn vader heeft wat grond en hij verpacht aan boeren. Maar als het seizoen slecht was, dan gingen we met z’n allen het land op, om voor het voedsel te zorgen. Mijn geboorteplaats ligt dichtbij Homs, dat hevig gebombardeerd is. En nog steeds is het niet veilig. Er gaat geen dag voorbij dat ik ’s ochtends niet op mijn telefoon kijk, omdat ik slecht nieuws verwacht vanuit huis.

Maar ik heb hier een leven opgebouwd. Ik ben getrouwd en we kregen een prachtige dochter. Mijn schoonfamilie is ook van Syrische afkomst en dat geeft een band. Toch wil ik me niet afzonderen in de Syrische gemeenschap; juist daarom ben ik zo actief in de samenleving.”

7. Je zwakte is ook je kracht
“Als vluchteling in Nederland, stond ik op achterstand. Ik sprak de taal niet, moest vanaf nul beginnen. En je bent bepaald niet de enige vluchteling, dus op positieve discriminatie hoef je ook niet te rekenen. Dat hoeft ook niet. Je moet laten zien dat je van goede wil bent. Ik deed dat door mijn vrijwilligerswerk. Iedere dag ruim op tijd aanwezig, iedere dag volle inzet.

Dus ja, ik had een achterstand. Maar ik vertelde over mijn achtergrond, over wie ik ben en hoe ik me vormde. Als er kansen voorbij komen, moet je ze grijpen – en dat heb ik gedaan. Voor mijn afstuderen kon ik kiezen uit drie organisaties. Een ongekende luxe, waar ik dankbaar voor ben. Mijn belangrijkste levensles is daarom dat je mensen om je heen moet meenemen in je verhaal. Eerlijk, open en transparant. Want alleen dan krijg je sympathie en zetten de mensen hun deuren en harten open.”

mosa3

Foto: Ronald Hissink

rik

Rik Visschedijk