Als we schoonmaakster Jolanda Plate interviewen, zijn de diploma-uitreikingen net achter de rug. Al dat feesten heeft zijn nadelen: borrelnootjes, overal borrelnootjes, achter elke tafel en in elke spelonk. “Ik kan geen borrelnootje meer zien”, zegt Plate, maar ze lacht erbij. Om dan te komen met een uitspraak die ze vaak zal herhalen: “Maar ook die dingen moeten gedaan worden.”
Maar nog voor dit interview echt is begonnen, steekt het hoofd van een collega door de deuropening. Mogelijk uit zijn zomerslaapje gewekt door de gezelligheid vraagt hij of hij de deur mag sluiten, vanwege het geluid. Dan ziet hij Jolanda Plate zitten. Op het hoofd in de deuropening verschijnt een grote glimlach, en voor hij de deur daadwerkelijk sluit, voegt hij waarschuwend toe: “Let op, dat is wel mijn favoriete schoonmaker hè.”
Het is een klein, maar veelzeggend voorbeeld van iets wat we vanaf nu maar het ‘Jolanda Plate-effect’ zullen noemen. Waar de schoonmaakster verschijnt, gebeurt iets. Daar is reuring. In positieve zin; ze groet altijd, maakt meestal een praatje en net zo vaak klinkt daarna een bescheiden, maar oprechte lach. “Ze horen het meestal wel als ik er ben”, zegt Plate (54). “Blijkbaar heb ik een beetje een harde stem.”
Onbezongen Helden
In deze rubriek interviewt SaxNow de mensen die zorgen dat Saxion iedere dag draait. Wat doet de kantinemedewerker, wie is die gebouwbeheerder en hoe vult de administratief medewerker z’n dagen? Want iedereen heeft wel een verhaal over werk, liefde, geluk, angsten en dromen.
Ben jij de vrolijkste schoonmaakster van Nederland?
“Dat denk ik toch niet hoor, maar voor mij is het normaal om netjes te groeten, fatsoenlijk goedemorgen te zeggen. Dat is me geleerd. Een praatje maken hoort er gewoon bij. Ook als iemand wat heeft, dat je er even mee praat. Anders wordt het ook zo saai. Ik vind het contact met de mensen het mooist aan dit werk.”
Zijn er ook dingen waar je als schoonmaker je neus voor ophaalt?
“Nee. Natuurlijk zijn er ook minder leuke dingen, maar die moeten toch gedaan worden. Laatst had iemand overgegeven, dat vond ik wel heftig, dan ga je bijna zelf. Maar verder heb ik totaal geen hekel aan het werk. Dat kan ook niet, want als er niet schoongemaakt wordt, zou het hier een grote puinhoop worden. En nu zitten we inderdaad met die borrelnootjes, die liggen echt overal, dat is wel wat minder, maar ook die dingen moeten gedaan worden.”
Hoe ben je eigenlijk op Saxion terechtgekomen?
“Ik werkte destijds bij Meesterwerk in Oldenzaal, dat was een organisatie voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Ik kreeg toen te horen dat er op Saxion iemand ziek was geworden, toen heb ik een paar keer ingevallen en kreeg ik de vraag of ik hier wilde blijven. Sindsdien ben ik niet meer weggegaan. Ik werk hier nu acht jaar, via het bedrijf CSU inmiddels. Ik heb in het verleden ook altijd wel in de schoonmaak gezeten.”
Als ik een brutale vraag mag stellen, wat maakte dan dat jij een afstand tot de arbeidsmarkt had?
“Ik heb er moeite mee om onder druk te werken en ik kan ook niet zoveel dingen tegelijkertijd doen. Als ze zeggen; je moet dit doen, zus en zo, en je moet daar en daar naartoe, dat vind ik lastig.”

Hoe ziet jouw doorsnee werkdag eruit?
“Ik werk van 7u tot 12u, 5 uurtjes dus. Ik begin meestal met de vuilnis. Ik werk in Forum, begin meestal bij de receptie en de kantoren daarachter. Daar maak ik de check en kijk wat er gedaan moet worden, van vuilnis opruimen en stofzuigen tot stof afnemen.”
Krijg je voldoende waardering voor je werk?
“Het verschilt. Soms denk ik, dit werk mag wel meer gewaardeerd worden. Sommige mensen zijn misschien ook de hele dag druk, die zeggen niet zoveel. Tegelijkertijd zijn er ook mensen die je echt bedanken voor het schoonmaken, of die naar je omkijken als het warm is en vragen of je wel genoeg drinkt. Het scheelt denk ik dat ik hier al acht jaar ben. Ik ken inmiddels een hoop mensen.”
En qua salaris: vind je dat genoeg verdiend?
Ze lacht. “Ik hoef geen miljonair te worden, maar het mag wel iets meer wezen. Boodschappen zijn peperduur tegenwoordig, ik zag laatst koffiebonen voor vijftien euro per zak. Dan snap ik dat mensen naar Duitsland gaan om de boodschappen te doen hoor.”
Stel dat je mag dromen, wat zijn dan nog je wensen?
“Ik heb niet echt dromen, leef bij de dag. Ik heb wel heel veel creatieve hobby’s, misschien dat ik daar ooit nog iets mee kan. Schilderen en fotograferen, ik heb net een Nikon Z6 gekocht, wel tweedehands, maar het was alsnog een behoorlijke aankoop. Ik fotografeer vooral dieren, zoals vogels en vlinders. Ook doe ik aan diamond painting, met die piepkleine steentjes een werk maken. Daar word ik rustig van, ook als ik bijvoorbeeld iets vervelends heb meegemaakt op het werk.”
Uit wat voor gezin kom je?
“Uit een heel gewoon gezin, hier in Enschede. Ik ben zelfs geboren in het gebouw waar we nu zitten, dit was vroeger een ziekenhuis, al kan ik me daar niet veel meer van herinneren. Ik ben een echte Tukker, want ik woon nog steeds in Enschede. Ik heb een vriend Menno, daar ben ik al dertig jaar mee samen, en daar heb ik lief en leed mee gedeeld. We hebben twee katten, Myka en Balou.”
Wat weet bijna niemand van jou?
“Eigenlijk weten mensen bijna alles wel van mij. Misschien dat als ik wat heb, dat ik het dan niet zo snel laat merken. Ik heb bijvoorbeeld ook een frozen shoulder gehad, maar toen ben ik toch weer gaan werken. Toen zei de Arbo-dienst wel ‘goh, wat doe jij nou.” Ik zeg zoiets niet zo snel. Daarom doe ik misschien ook die diamond painting.”
‘Paspoort’ Jolanda Plate
Leeftijd: 54
Geboorteplaats: Enschede – in het ziekenhuis waar nu het hoofdgebouw van Saxion is gevestigd
Op Saxion sinds: 2017
Woont: In Enschede, met vriend Menno en katten Myka en Balou
Rubrieken
Gerelateerde artikelen
Onbezongen Held Frank Poorthuis: “Ik ben misschien wel de meest sociale IT-er”
Sommige mensen slaan dicht als je ze interviewt. ICT-ondersteuner Frank Poorthuis (25 jaar in dienst) blijkt het tegenovergestelde. Eigenlijk hoeft zo’n interview niet zo nodig, zegt hij eerst nog. Eenmaal op de praatstoel blijkt hij een nauwelijks te stoppen natuurkracht. Daarbij neemt hij geen blad voor de mond. “Dan scheelt het misschien dat ik wat ouder ben.” Toch trekt ook hij ergens de grens. “Dat ik postzegels verzamel moet je niet opschrijven, dat komt zo oubollig over.”
Onbezongen held Gerrit Beumkes: “Een kop koffie is vaak al genoeg voor een glimlach”
Iedereen die het hoofdgebouw van Saxion in Enschede betreedt, loopt vroeg of laat tegen hem aan. Gerrit Beumkes (61) is een bekend gezicht achter de receptie, al had hij dat zelf nooit verwacht. Het belangrijkste wapen van deze onbezongen held? Een kop koffie. Daarmee lost hij – bijna- alles op, van chagrijn tot een gebroken kunstgebit.
Onbezongen held Ingrid Karnebeck; “Wij zouden in alles meer gezien mogen worden”
Een onmisbare schakel zijn, die pas opvalt wanneer ze haar vitale werk niet meer doet. Dat is de job van Ingrid Karnebeck, die de interne postdienst van Saxion runt waar tienduizend mensen aan studenten en personeelsleden rondlopen. “Wij zijn daarmee postbezorger van een groot dorp. Met dit interview wil ik dat onzichtbare werk, hier vanuit de kelder, zichtbaar maken.”