_DSC5001.jpg

Anouk Rösken in Opgevallen: “Studenten mogen mij altijd appen, zo van: hey yo, ik loop hier tegenaan”

In deze aflevering van Opgevallen: Anouk Rösken (35), docente aan de opleiding Toegepaste Psychologie. Als voormalig jeugdhulpverlener kwam ze tien jaar lang ‘echt van alles’ tegen, dus schrikt ze niet zo snel van de kwetsbaarheden en problemen van studenten. Integendeel. “Sommige studenten maken echt een diepe indruk op me. Ik leer van hen en zij van mij.”

Studente Toegepaste Psychologie Jessie Miljoen vindt Anouk Rösken ‘echt een heel fijne docent’ en ze kan ook uitgebreid uitleggen waarom. Volgens Jessie mengt Rösken zich met de groep, zonder haar eigen rol uit het oog te verliezen. “Ze gaat mee in de studentenrol, maar bewaakt ook de docentenhiërarchie.”

Jessie kent Anouk niet alleen als docent, maar vooral als slb’er. “Ik deel het niet makkelijk als er iets bij me speelt, maar bij haar kon ik alles kwijt. Ze geeft een jonge indruk en als student zoek je daar toch wel naar denk ik.” En heel belangrijk: “Bij andere docenten had ik het gevoel dat ze mij niet begrepen, maar Anouk wel.”

Iemand begrijpen waar anderen dat misschien niet kunnen, hoe doe je dat?
“Dat vind ik echt een groot compliment. Ik weet niet of ik iedereen goed kan begrijpen, maar ik probeer het wel. Ik heb ook in de hulpverlening zoveel verschillende mensen gezien dat ik misschien niet zo snel meer onder de indruk ben en vind sowieso niet snel iets gek. Als ik niet gelijk iets begrijp, probeer ik vooral door te vragen. Waar komt dat vandaan? Wat maakt dat je hier zo over denkt? Ik vind het vooral knap dat studenten dingen delen. Ik heb ook niet altijd een antwoord. Iedereen is weer anders.”

En een jonge indruk maken dan? Of is dat toch vooral een kwestie van jong zijn?
Anouk lacht. “Geen idee. Ik ben 35, maar ik voel me geen 35. Ik probeer wel open en enthousiast te zijn. En ik merk dat ik zelf heel veel energie krijg van het lesgeven en vooral van het contact met de studenten.”

Het contact met de studenten, daar haal jij je energie uit?
“Ja. Ik geef hoor- en werkcolleges, maar de werkcolleges vind ik het allerleukst. Daarin is er toch meer dynamiek. Ik zoek dan naar een goede balans, met interactie en ook ruimte voor lol. Ik begin de les ook nooit met: dit gaan we vandaag doen, maar altijd met de vraag: hoe zit je er bij vandaag? Daar zit niet altijd iedereen op te wachten, maar ik vind het wel belangrijk om te weten wat de temperatuur is, en vooral om te weten wat er speelt, zodat ik daar zelf op kan inspelen.”

Toch word ook jij steeds ouder en je bent ook steeds langer docent. Merk je dan ook dat het letterlijk en figuurlijk moeilijker wordt om een jonge indruk te blijven maken?
“Jessie kende mij toen ik net docent was. Toen was ik ook jonger. En wat ik me vooral herinner; toen was ik meer bezig met de lessen die ik moest geven, de informatie die ik moest overbrengen. Ik weet nu beter hoe het reilt en zeilt in de organisatie, heb de stof beter in de vingers, dus nu kan ik meer freestylen.”

Hoe zorg je dat je naast de student staat, zonder de hiërarchie tussen docent en student uit het oog te verliezen?
“Ik ben als hulpverlener gewend om een coachende rol te hebben. En daarin wil je niet boven iemand staan, maar naast de persoon, want je hebt die persoon echt nodig. Als je een goede relatie met iemand hebt, neemt iemand ook sneller iets van je aan. Ik vind het ook belangrijk dat zij weten wie ik ben en dat ik weet wie zij zijn. Dan gaat het om persoonlijke interesse binnen de les en buiten de les. Daar helpt ook zo’n check-in bij. Maar ze mogen mij ook altijd appen, zo van ‘hey yo, ik loop hier tegen aan’.

En ook echt met de tekst ‘hey yo’?
Ja hoor. Ze hoeven zich voor mij niet anders voor te doen. Als het maar op een respectvolle manier is. Ik merk ook dat ik via de app sneller reageer dan op mail, omdat het minder energie kost om informeel contact te houden. Dat kan ik even tussendoor doen en dat geldt minder voor mail.”

_DSC4999.jpg

Foto's: Maureen Poth

Maar is er dan ook een grens?
“Ik vind duidelijkheid en transparantie belangrijk. Ik geef ook wel aan: ik heb ook gewoon vrije tijd. Ik wil naast de student staan, maar wel vanuit respect. En er zijn ook gewoon regels en richtlijnen binnen Saxion; ik kan niet iets een extra keer nakijken voor een student, omdat die het netjes vraagt. Dus dat geeft ook houvast.”

Je noemde een aantal keer het woord respect. Mis je dat ook wel eens?
“Het komt wel eens voor. Ik kreeg laatst een mail van een student en toen dacht ik: die toon mag wel anders. Dat was een vraag over een deadline van een toets. En deze student maakt ook heel duidelijk dat ze niet tevreden was met hoe het gaat op Saxion.

Wat is die toon dan? Saxion is een kloteschool?
“Niet helemaal die woorden misschien, maar het was wel iets van die strekking. Wat ook meespeelt: dit was een studente die ik weinig in mijn lessen zag. Dat geef ik dan ook wel aan. En ik geef feedback: je wordt later hulpverlener en dan heb je ook rekening te houden met de manier waarop je communiceert. Cliënten reageren misschien minder inhoudelijk en dan kun je het contact verliezen.”

“Ik geef bijvoorbeeld ook het vak Inleiding Jeugd. Daarbij kwam het onderwerp genderdiversiteit aan bod. Daar zijn best veel meningen over, ook kritiek op. Dan is het mooi dat iemand zich veilig voelt om dat te uiten, maar tegelijkertijd wil je dat anderen zich ook veilig voelen.

Dat is ook een behoorlijk gepolariseerd onderwerp.
“Dan blijft toch het allerbelangrijkste: respect. Ook als hulpverlener krijgen de studenten straks met veel verschillende mensen te maken. Dan hoop ik echt dat ze iemand kunnen zien los van geloof en geaardheid. Je moet altijd respect hebben voor wie je tegenover je hebt zitten, al denk je er persoonlijk anders over. Als we openheid verliezen hebben we een groot probleem.”

Je was zelf lang jeugdhulpverlener voor je docent werd. Vind je het nog wel eens lastig om die rollen te scheiden?
“Nee, want destijds was ik heel erg gericht op de problematiek. Het is wel erg lekker dat je als docent niet altijd vanuit een probleem begint, maar vanuit het positieve. Ik ben wel het eerste aanspreekpunt, maar kan altijd doorverwijzen. Daar heb ik niet heel veel moeite mee, omdat ik weet dat er studentenpsychologen zijn die goed werk leveren. Als dat niet zo was, was het misschien anders geweest.”

_DSC5011.jpg

Is er ook een student geweest die echt je lessen heeft veranderd?
“Nou, hoe ik mijn les geef, hangt vaak wel af van de groep. De dynamiek van de groep. Dat kan veel invloed hebben, soms heb je een passieve groep, maar je hebt ook wel eens een actieve groep die aangeeft: ik wil zelf veel meer weten van dit onderwerp.”

Misschien zijn we meer op zoek naar studenten die echt in je herinnering zijn blijven hangen.
“Sommige studenten maken echt een diepe indruk op me. Zo was er een studente die tijdens de opleiding zwanger werd. Die hield heel veel ballen in de lucht, zette door, terwijl ze er moest zijn voor haarzelf, haar gezin en haar studie. Daar heb ik diep respect voor. Er was ook een student die bij mij aangaf dat hij dacht dat hij misschien op jongens viel, terwijl hij niet wist hoe zijn thuisomgeving daar op zou reageren. Ik vind het dan knap dat hij dat bespreekbaar maakt. Dat maakt het werk heel tof. Je blijft altijd leren. Zij van mij, maar ik ook van hen.”

Zijn er ook dingen die je hebt moeten leren?
“Ik denk met name mijn eigen grenzen goed blijven bewaken. Aan het begin merk je dat je continu bezig bent. Je bent slb’er, je begeleidt stages, je wil dat je lessen tof zijn. Later leer je beter te doen wat je kunt en niet meer dan dat. Ik startte ook met heel veel slb-studenten. Goed is ook goed genoeg. Tegelijkertijd is het ook niet erg dat ik tegen mijn grenzen aanliep, omdat het vanuit passie was. Je moet vooral doen wat je leuk vindt, zeg ik ook tegen de studenten.”

Ben je iemand die zich makkelijk bloot geeft aan studenten?
“Ja. Ik ben best wel een open boek. Ze weten allemaal waar ik woon, met wie, en welke hobby’s ik heb.”

Kom maar op.
“Ik woon sinds twee jaar in Deventer, met Juul, eigenlijk Julien, maar ik zeg altijd Juul, want dat is veel makkelijker. Ik kan nu heerlijk op de fiets naar het werk. Daarvoor woonde ik tien jaar in Utrecht. Ik werk vijf dagen, eigenlijk viereneenhalf, maar we hebben natuurlijk wel tien weken vakantie. Dus ik houd van reizen, naar warme landen, maar niet per se ver weg. Spanje vind ik heerlijk. Maar ik ga niet altijd met Juul; ik ben een sociaal dier, dus ik heb een uitgebreid netwerk, ik ga dus net zo lief met vriendinnen op pad. Ik krijg energie van andere mensen, daar laad ik van op.”

Op­ge­val­len

Welke docent maakt voor jou het verschil, gaat door waar anderen ophouden of doet precies wat anderen juist niet doen?

In Opgevallen dragen studenten of studieverenigingen zelf docenten aan die zij heel bijzonder vinden. Wij vragen ze vervolgens het hemd van het lijf. Waarom doen ze dingen anders? Wat drijft ze? Hoe ziet hun privéleven eruit?

Heb je ook een docent die je is opgevallen? Mail ons dan via [email protected]

Bas3

Bas Klaassen

Evi

Evi van Keulen