Deeltijddocent Marten Heijs bundelt zijn verhalen in een boek; “Voel me als een kleuter die zenuwachtig is voor z’n verjaardag.”

“Een verhaal begint bij de alledaagse gebeurtenissen.” Op basis van die gebeurtenissen schrijft Marten Heijs zijn verhalen en die publiceerde hij eerst op zijn blog en nu in een zelf uitgegeven bundel: De Grote Zwaaier. Maar zijn dochter komt daar niet meer in voor. “Die hoefde zichzelf niet meer terug te zien in mijn verhalen.”

Het schrijven is er bij Heijs met de paplepel ingegoten, hij komt namelijk uit een echte journalisten-familie, vertelt hij. Maar vooral is hij (deeltijd)docent en onderwijsontwikkelaar bij de academie SFIB. Hij begon met het schrijven van columns in de vroegere Sax (voorloper van SaxNow).   

De ideeën voor zijn verhalen beginnen allemaal bij een kleine gebeurtenis in zijn dag. Een aanleiding voor een verhaal zou bijvoorbeeld de buurvrouw kunnen zijn die haar tuin veegt. “Dat geluid van de bezem is voor mij het begin van een hersenspinsel, en dan komen echte gebeurtenissen samen met fictie.”

Soort sprookjeswereld

Als er tijdens zijn dag iets opvalt dan onthoudt hij dat en komt daar een fictief verhaal uit. De stijl van zijn verhalen kun je omschrijven als dromerig. “Daar moet je wel van houden", vertelt Heijs. “Het is een soort sprookjeswereld: weg van de werkelijkheid. Voor mij als schrijver, maar ook voor de lezer.”

Soms voegt hij zichzelf ook toe aan verhalen, Marten wordt regelmatig opgevoerd. Hij vertelt dat hij in de verhalen niet per se zichzelf is. “De ik-vorm lijkt op mij, maar ben ik nooit helemaal zelf. Want het personage is een beetje oenig en klunzig. Maar dat ben ik zelf hopelijk niet."

Marten Heijs bracht een verhalenbundel uit. Foto: Evi van Keulen

De verhalen beginnen dus vaak met de werkelijkheid, en sommige mensen zien zichzelf terug in de personages. Bijvoorbeeld zijn dochter, over wie hij in eerdere verhalen schreef. “Ze had bijvoorbeeld wat met de juf en dat is een mooie aanleiding voor een verhaal”, zegt hij. Maar z’n dochter gaf aan daar niet zo blij mee te zijn. “Ze wilde niet meer dat iets wat ze vertelt aan de keukentafel opeens terugkomt in een verhaal. Dat doe ik dus niet meer.”

Ongepubliceerd boek verkocht

Soms neemt de werkelijkheid een ander loopje. Zo was er een student die hem vertelde hoe leuk hij het vond dat er een boek was, en dat hij die meteen heeft gekocht. “Bijzonder, want het boek lag op dat moment nog bij de drukker”, zegt hij. “Dat vind ik vooral heel lief en ontroerend, want die student bedoelt dat natuurlijk alleen maar goed.”

Heijs vierde het verschijnen van De Grote Zwaaier dit weekend met een presentatie in boekhandel Praamstra en het is online te koop en ligt bij twee boekwinkels in Deventer en een winkel in Zutphen. De mensen in zijn omgeving reageren positief. Dat maakt hem ook wel verlegen, want kennissen uit heel Nederland kwamen zaterdag langs bij de presentatie.

“Het heeft voor mij even tijd nodig om de schaamte te passeren, en te denken: dit heb ik toch wel goed gedaan”, zegt hij. Daarvoor gebruikt de schrijver natuurlijk beeldspraak: “Ik voel me als een kleuter die vier jaar wordt en zenuwachtig is voor zijn verjaardag.” Maar het geeft hem vooral een ‘opgetogen gevoel’.

Door alle emoties is hij nu vooral toe aan rust, zegt Heijs. Hij vond het maken van een boek leuk om te doen, maar kijkt ernaar uit om terug te keren naar de schrijftafel. Ondertussen blijft hij schrijven op zijn blog. “Of dat dan ook een boek wordt, dat zien we dan wel weer."

Eloise van Heugten

Evi

Evi van Keulen