Mirte Mook (20).jpg

Column: Treinleed

Het is verrassend fris als ik de achterdeur op slot draai en mijn fiets de tuin uit begeleid. Terwijl ik de dorpse klinkers oprijd ga ik vlug na of alles in mijn rugzak zit. Het was een lichtelijk gehaaste ochtend, en niet zonder gevolgen: in gedachten zie ik mijn laptoplader eenzaam aan zijn vaste stopcontact bungelen. Ik overweeg kort of hij vandaag nodig zal zijn, maar kom al gauw tot het oordeel: je gebruikt Adobe-programma’s op een Mac, Mirte. Niet opladen is geen optie.

In recordtijd bereik ik – inclusief lader – het station en schuif mijn fiets tussen het eerste beetje ruimte dat ik spot in de stalen massa. Tot mijn verbazing zie ik verderop een rijkgevuld perron, nog zonder blauwwit gevaarte te bekennen. Ik druk zuchtend mijn OV-kaart tegen de incheckpaal en loop richting mijn soortgenoten: de optijdkomers, want daar ben ik er wonder boven wonder toch nog een van.

Zodra de trein een halve minuut later om de hoek verschijnt, valt me op dat die niet erg lang is. Dat wordt staan, concludeer ik in gedachten, terwijl ik een blik werp op de andere afwachtende reizigers. Dat is, althans, als ik het toestel überhaupt inkom. Als de deuren opzij schuiven, vallen de inzittenden er nog net niet uit.

Het is een goede beenspieroefening – ik kan met geen mogelijkheid een arm bewegen voor houvast. Maar de trein rijdt en ik ga mee. De stoelen en het gangpad zijn volledig gevuld, en ik sta als omringd door een kolonie pinguïns tegen een van de deuren gedrukt. Het metalen prullenbakje naast mij creëert met zijn scherpe hoek een blauwe plek in mijn dijbeen, terwijl aan mijn andere kant een Eastpak mijn gezichtsveld inneemt. Adem in, adem uit.

Al mijn hoop is gevestigd op de volgende tussenstop. Maar in plaats van dat het gros de trein verlaat, probeert een nog veel grotere groep zich naar binnen te wurmen. Een man kronkelt de pinguïnkolonie in en grijpt voor mij langs naar steun. Gelukkig komt ook hij na enkele seconden tot de conclusie dat deze keuze verre van optimaal is. Zijn arm trekt zich terug en ik krijg weer adem.

In een uiterste hoek zie ik tekenen van studiegenoot Emma, waarmee ik iedere ochtend vanaf haar tussenstop samen verder reis. Maar vandaag moeten we het doen met sporadisch oogcontact, als we beiden op onze tenen staan. Ook de volgende stop zorgt voor weinig verandering in de massa. Langzaam beginnen mijn benen te tintelen, ik voel mijn armen verzuren door het gewicht van mijn tas. Misschien had ik die oplader toch maar thuis moeten laten.

‘Het volgende station is…’ meer dan welkom. Eindelijk. De tijd lijkt plagerig stil te staan voordat de schuifdeuren reageren op de ingedrukte knop. Zodra een frisse herfstbries me tegemoetkomt is alles vergeven. Goedemorgen.

Mirte Mook2

Mirte Mook

Mirte Mook is derdejaars studente Creative Business