‘Weer een rotinvaller!’, zei een van onze cliënten op de woongroep boos toen er werd verteld dat er de volgende dag een zzp’er op de groep zou werken. De frustratie en onbegrip vanuit onze bewoner is begrijpelijk, omdat hij behoefte heeft aan stabiliteit, duidelijkheid en een bekend gezicht.
Naast mijn studie Social Work werk ik als begeleider op een woongroep. Bij de bewoners kan er naast een verstandelijke beperking ook sprake kan zijn van een Autisme Spectrum Stoornis, trauma, hechtingsproblemen, depressie of andere problematiek. Dit maakt dat zij behoefte hebben aan iemand die zij kennen en vertrouwen, maar ook iemand die hen kent en let op hoe het met hen gaat, en of er sprake is van afwijkend gedrag.
Dat is dus niet de zzp’er die maar af en toe op de locatie zal zijn. Als sociaal werker in opleiding maak ik mij zorgen om de toekomst van mijn werkveld. Ik zie de tekorten op zorglocaties en ik hoor steeds meer zzp’ers vertellen over hoe tevreden zij zijn met de manier waarop zij werken. Door die tekorten hebben de zelfstandigen namelijk de mogelijkheid om flexibel te werken. Ze kunnen zelf bepalen wanneer ze werken, hoeveel uur en waar ze dat doen. Dat maakt werken als zzp’er erg aantrekkelijk, maar de kwaliteit gaat juist achteruit.
‘Hey John! Nog invallers nodig?’, hoor je in een reclame van Zorgwerk (dat zelfstandigen koppelt aan zorginstellingen) En: ‘Mensen te kort? Geen zorgen! Onze 75.000 invallers staan klaar voor de zorg’.
Ik vind het best een leuke reclame, maar het knaagt ook. Want ja, er zijn invallers nodig. Dat zie ik op verschillende zorglocaties om mij heen: door personeelstekorten worden overal invallers vandaan geplukt om het werk gedaan te krijgen. En ik ben blij met ze, omdat we soms simpelweg meer handen nodig hebben. Waar zit het mij dan dwars?
Veranderend inzicht
Mijn eerste, positieve, gedachte: het is fijn dat er zo veel mensen klaar staan om bij te springen wanneer dat nodig is. En mooi dat zij zich via dit platvorm hiervoor aan kunnen melden. Maar vlak daarna veranderde mijn inzicht. Want als al die invallers vast op een locatie zouden werken, zou een (groot) deel van het personeelstekort opgelost zijn.
Deze reclame voor invalwerk in de zorg maakt mij huiverig voor de toekomst van het sociaal werk. Dit is het veld waarin ik nu een bijbaan heb, en waarin ik hoop na mijn studie een (vaste) plek te vinden om bij te dragen aan zo goed mogelijke zorg voor cliënten. Als die inzet op invalwerk zo doorgaat, krijgen we een groot probleem. Dan krijgen onze cliënten wéér een onbekend gezicht, een hulpverlener waar ze aan moeten wennen. Maar die ze vervolgens niet meer zien.
Weer een onbekend iemand, waardoor onze kwetsbare bewoners spanningen ervaren omdat zij niet hun vaste aanspreekpunt hebben - iemand die ze kennen en vertrouwen.
Daarnaast vind ik al die zzp’ers in de zorg een inbreuk op de privacy. De bewoners moeten zich steeds emotioneel open stellen bij een ander. En denk eens aan als hulp bij het douchen of aankleden: dat is heel privé. Als ik dat niet meer zelf kan, zou ik ook niet willen dat steeds iemand anders mij zou helpen.
Natuurlijk hebben de zzp’ers hart voor de zorg, en werken ze hard om er voor cliënten een mooie dag van te maken. Maar ik hoop dat het promoten hiervan stopt en invallen alleen een mogelijkheid is als het écht nodig is, en niet omdat zorgpersoneel variatie kiest boven de kwaliteit van zorg. In mijn opleiding leren we om het welzijn en de ontwikkeling van anderen te bevorderen. Dat kan alleen als wij als (toekomstig) sociaal werkers de kwaliteit van de zorg zo goed mogelijk waarborgen.
Die kwaliteit ontstaat door een vertrouwde omgeving te creëren voor onze cliënten, waarin ze weten waar ze aan toe zijn, en waar de begeleiding hen kent. Die een veilige plek is, waar ze op terug kunnen vallen en helpt om hun doelen te halen.
Gerelateerde artikelen
Evi komt eten bij Noor: een busblunder, virale TikTok-pasta en een stierenring
Evi gaat eten bij Noor Buisman (21), een sportieve studente Social Work die haar hele leven al in Bornerbroek woont, waar de muren net zo kleurrijk blijken als haar verhalen. Van een septumpiercing, een busblunder (van Evi), tot Noors opvallende haarverleden: er staat genoeg op het menu. “Op mijn werk in de ouderenzorg zeggen ze dat ik op een stier lijk.”
Column: Digital footprint
“Ik heb je gevonden op het internet”, zei een van mijn cliënten – ik werk in de zorg - uit het niets tegen mij. Ik raakte in de war en eerlijk gezegd schrok ik er een beetje van. Vrijwel al mijn social media-accounts staan namelijk ingesteld op privé, om te voorkomen iedereen alles zomaar kan zien.
Docent Ahank Kano-Tarah geeft met podcast stem aan jongeren: “Ze verliezen hoop op een andere baan dan die van fietskoerier”
Eén thema staat centraal in het leven van Ahank Kano-Tarah: jongeren. Ze werkt als docent bij de academie Mens en Maatschappij, is raadslid van de gemeente Enschede en heeft sinds kort een eigen podcast. Daarmee wil ze een stem geven aan een generatie die niet goed gehoord wordt. “We nemen jongeren niet serieus.”