5 patat, 3 trio p, 2 frik spec, rundvleeskroket. De zwerver rood studio shirt. Stopcontacten (subtitel ‘naast haard’). Vragen nav offerte. 10 maart. Nodig. Lijstjes afmetingen. Boeken gelezen 2024. Trainingsschema 6 kilometer. Zomaar een rijtje met willekeurige opsommingen en titels uit mijn telefoonnotities.
Tamelijk willekeurig maar het zegt ook een hoop, bijvoorbeeld dat ik geen nee zeg tegen vette hap eten met familie en dat vervolgens (enigszins) probeer te compenseren.
Ik was ooit eens bij een tentoonstelling van mensen die dingen verzamelen. Naast de welbekende pennencollecties kun je het zo gek niet bedenken: houten beelden van heiligen, miniferrari’s, beeldjes van kikkers, gedrukt papier en boodschappenlijstjes. Inmiddels weten de grote supermarkten alles van ons en ons bestelgedrag, ik vraag me af wie er tegenwoordig nog een doos eieren, tampons, platte peterselie en kipfilet, gerookt, op een papiertje schrijft.
De meeste mensen kiezen, vermoed ik, toch voor gemak met de zelfscanner in de hand. Boodschappenbriefjes, net zoals de advertenties op de borden in de supermarkt, spreken tot de verbeelding. Wie is de mens achter dat briefje?
Helaas sterven die lijstjes en advertenties uit. Tussen al mijn willekeurige telefoonnotities staan soms nog wel eens halve boodschappenlijstjes. Schrijven doe ik ze eigenlijk nooit meer en als iets wil kopen of verkopen ga ik wel op Vinted of Marktplaats. De mensheid schrijft nog steeds wel allerlei dingen op, maar dan digitaal. Getypt, op de mail/Teams, of op OneDrive ergens in de Cloud.
Veilig weggestopt
Een prettig gevolg daarvan is wel dat vermoedelijk niemand in de toekomst mijn tekstuele toelichtingen op rubrics zal tegenkomen, of mijn telefoonnotities. Die zijn vast veilig weggestopt in een snorrend datacenter ergens in een betonnen doos in Eemshaven. In de klas zie ik het ook nooit meer, alhoewel dat natuurlijk ook gewoon aan de leeftijd van de studentenpopulatie kan liggen.
Taal was altijd al een manier om het leven te overleven. Door brieven en briefjes uit bijvoorbeeld de 18e eeuw weten we van alles over wat men toen dacht, deed en zei. Op papier gaat dat bewaren wel wat makkelijker dan digitaal. Er raakt immers wel eens een floppy kwijt, harde schrijven gaan kapot of de toegang gaat verloren, door steeds nieuwere technologieën. Bijvoorbeeld tot Hyvespagina’s (die zou ik van veel mensen wel graag terug willen zien).
Ik ben benieuwd wat er over honderden jaren van ons wordt teruggevonden. Het enige dat ik volgens mij nog met pen en papier opschrijf zijn cijfers, gekoppeld aan de studenten uit een klas. vwna (6), 7, 5, 8, 6, vwna (6), 4, 7, vwna (3).
Of takenlijstjes, omdat dat zo prettig vinkt.
Rubrieken
Gerelateerde artikelen
Column: Taalcuriositeit
Het komt vast niet als een verrassing dat ik een groot liefhebber ben van allerlei taalfenomenen. Als docent kom ik regelmatig prachtige taalcuriositeiten tegen. Bijvoorbeeld van studenten die zich in een visuele cirkel bevinden, wat grammaticaal niet eens zo onjuist is, maar vermoedelijk niet wat ze bedoelen.
Column: Prullenbak
Een bij-effect van meer dan een decennium in het onderwijs werken is dat je een jaar toch in grote brokken gaat zien, van september tot juli, met daarin een soort voorspelbaarheid. Bijvoorbeeld na een aantal weken wekkerloos door het leven weer op tijd ergens zijn, samen met een heleboel studenten in de trein die in de eerste weken ook nog graag op tijd zijn voor college.
Column: Toetsing
Als columnist voel ik me ergens verantwoordelijk voor het welzijn van mijn lezers, hoewel ik daar natuurlijk helemaal niks over te zeggen of controleren heb. Een lezer bepaalt toch zelf hoe deze mijn teksten interpreteert en zo hoort het ook. Er speelt ook eigenbelang. Ik wil liever niet overkomen als een zure vrucht, op al te veel lange tenen trappen, of knuppels in hoenderhokken gooien.