glas

CB-student die door rechter voorlopig werd toegelaten, mag toch niet deelnemen aan minor

Een vierdejaars student CB die bij de rechter een voorlopige toelating tot de minor audiovisuele storytelling afdwong, mag toch niet deelnemen. Het College van Beroep voor de Examens (Cobex) gaf de examencommissie van Creative Business gelijk; zij hoeven de student geen dispensatie te geven voor de minor. Daarmee is het verhaal nog niet afgelopen; de student heeft opnieuw beroep aangetekend bij de rechter tegen die beslissing.

Eerder spande de student al een rechtszaak aan, omdat hij niet werd toegelaten tot de minor. De voorzieningenrechter besloot toen dat de student voorlopig toegelaten moest worden tot de minor, tot er een uitspraak was in de onderliggende zaak. Deelname was daarbij wel op eigen risico. Die uitspraak is er nu; het Cobex heeft het beroep van de student ongegrond verklaard. De examencommissie van Creative Business hoeft hem daardoor niet toe te laten tot de minor.

Om aan de minor audiovisuele storytelling te mogen deelnemen moet een student zijn propedeuse hebben behaald. De betreffende student had van zijn eerste jaar 51 punten behaald, maar vindt toch dat hij dispensatie moet krijgen, zodat hij alsnog deel kan nemen aan de minor. Volgens hem gaat het ‘maar’ om drie toetsen, en als hij niet wordt toegelaten zou hij dit collegejaar alleen maar kunnen benutten om die drie toetsen te halen. Ook heeft hij zich het afgelopen studiejaar fulltime ingezet voor de studievereniging, waardoor hij in totaal anderhalf jaar kwijt zou zijn. Ook weet hij niet zeker of hij vanwege een beperkt aantal plekken wel in aanmerking komt voor een nieuwe editie van de minor. Bovendien deed de examencommissie bij de afwijzing volgens hem een beroep op een bepaalde coronarichtlijn, terwijl zijn verzoek om dispensatie helemaal niet met corona te maken had. 

De examencommissie ging daar niet in mee; volgens hen mist de student met 9 studiepunten te veel studiepunten om in aanmerking te komen voor dispensatie. Ook wijzen ze erop dat hij in zijn tweede jaar geen toetsen heeft gedaan uit zijn propedeuse, maar pas vorig jaar. Daarbij heeft hij niet al zijn toetsen gehaald. Dat heeft volgens de examencommissie studievertraging als logisch gevolg. Ook vinden ze niet dat hij in aanmerking komt voor dispensatie vanwege zijn bestuurswerk; vanuit het Profileringsfonds kunnen studenten die studievertraging oplopen door hun bestuurswerk al financieel gecompenseerd worden. De student had volgens de examencommissie bovendien kunnen kiezen voor een andere minor, waarvoor hij geen dispensatie nodig had gehad.

Het Cobex verklaart het beroep van de student ongegrond. Volgens het Cobex stond de examencommissie in zijn recht toen die besloot de student geen dispensatie te verlenen. De grondslag daarvoor lag niet in de coronarichtlijn, maar die ligt vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding. Dat de student nu studievertraging oploopt, is volgens het Cobex een gevolg van de eigen keuzes van de student.

De zaak is daarmee nog niet afgedaan; de student heeft al beroep aangetekend bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO). Hij gaat dus opnieuw naar de rechter om alsnog deelname af te dwingen. Die zaak heeft geen zogenaamde schorsende werking; de student mag in de tussentijd niet deelnemen aan de minor. Om dat af te dwingen zou de student opnieuw een voorlopige voorziening kunnen afvragen, het is nog onduidelijk of hij dat ook doet.

Bas3

Bas Klaassen