Oekraïners Ruslana Bosakevych (19) en Anna Babilua (19) vertrokken in de zomervakantie richting oorlogsgebied om hun ouders te zien. Ruslana: "Ze weer vasthouden, voelen, een kus kunnen geven... Dan jank je, ja.’’ Ze hebben het niet over vrede maar over het winnen van de oorlog, willen ooit terugkeren om het land weer op te bouwen, danken Saxion en vertrouwen – ‘in principe’ - geen Rus meer.
This article is also available in English
Ze reageren via vier stellingen op de situatie in hun vaderland.
1) Ik zag: mijn ouders zijn nu wel veilig:
Ruslana: "Voor 24 februari, de dag van inval, waren ze ooit veilig. Nu zullen ze in dit land nooit echt meer veilig zijn. Ik leefde er voor twee weken weer. Russen voelen dat ze de oorlog niet winnen en vernietigen ons land en mensen daarom. Alarmen gaan af en soms moeten mijn ouders schuilkelders in. Ik heb daar ook in kelders gezeten.
Toch is het land niet het meest in gebouwen maar in de hoofden van mensen vernietigd. Mijn stad Kiev zoals het was bestaat niet meer. Mensen durven de straat niet op en twijfelen of er ooit een normaal sociaal leven terugkomt.
Ik zag talloze half in elkaar gestorte gebouwen, muren op de grond. Als zo'n bom valt, zo’n gebouw opnieuw valt, ben ik dood in een minuut, voel je. Die angst, dát is oorlog.’’
Anna: "Fysiek zijn mijn ouders veilig, mentaal niet. Zij reisden uit angst naar Kroatië om mij te zien, dat vonden zij veiliger. Mijn vader kan eindelijk het land uit omdat hij net zestig is geworden en geen dienstverplichting meer heeft. Ze schrokken ook in Kroatië nog van ieder klein geluid.
Kan dat normale leven dan terugkomen? Dat hangt af wanneer de oorlog eindigt en wanneer wij winnen. Als dit tientallen jaren duurt vergeten mensen hoe geluk en vrijheid voelden.
Russen trekken troepen terug, her en der. Mensen denken soms dat dit de inleiding van een oorlogseinde is. Russen zullen met kunstgrepen komen (dit interview is afgenomen vlak voor Russische mobilisatie, red.). Wij willen ondertussen alle gebieden terugkrijgen die Oekraïens waren vanaf 1991. Dus ook de Krim en Donbas. Op die Krim stond namelijk mijn Oekraïense wieg.’’
Fashion & Textile Technologies-studente Ruslana Bosakevych met haar ouders, die ze deze zomer terugzag. In haar thuisland zag ze de gebombardeerde gebouwen. "Als zo'n bom valt, zo’n gebouw opnieuw valt, ben ik dood in een minuut, voel je. Die angst, dát is oorlog.’’ Alle foto's: eigen foto's van de studenten
2) Ik zal nooit meer in Oekraïne wonen:
Anna: "Oneens. Ik ga terug, ooit, met liefde. Ik wil letterlijk met mijn eigen blote handen het land weer opbouwen. Die eensgezindheid zit gesloten in mijn generatie, merk ik, als ik artikelen lees en reportages kijk.’’
Ruslana: "Ik had een planning over een paar jaar terug te gaan. Plannen kun je nu niet meer, want stopt dit en wanneer? Toch ben ik er zeker van dat ik op een dag terugkeer. Wij zijn jong en kunnen het land herbouwen. In vijf jaar of tien jaar. Aan niet teruggaan wil ik niet denken, dan zou ik niet in victorie geloven. Als onze generatie het ooit kan terugbrengen op het welvaartsniveau van voor de oorlog, sterf ik zielsgelukkig. Thuis is thuis niet meer, maar het zal mijn thuis weer worden.’’
FTT-studente Anna Babilua met haar familie. "k ga terug, ooit, met liefde. Ik wil letterlijk met mijn eigen blote handen het land weer opbouwen."
3) Ik kreeg te weinig steun van Saxion:
Ruslana: "Oh nee, zeker niet. De eerste maanden hadden mijn ouders geen inkomen meer en ik ook niet. Hoe regel je basisbehoeftes, eten? Ze gaven ons tegoedkaarten van supermarkten, zodat de humane dingen geregeld waren. Dat nam zoveel persoonlijke zorgen en letterlijke buikpijn weg.’’
Anna: "Dat zou ik nooit, nooit durven zeggen. Ik heb full support gehad. Ik dacht: dit is mijn probleem in mijn vaderland, daar komt geen hulp van school bij kijken. Ze gaven geld en goederen maar het indrukwekkendste was een belletje van stafmedewerkers, helemaal aan het begin van de oorlog, een simpele maar ontroerende vraag: ‘Hoe voel je je’.’’
Anna Babilua over steun vanuit Saxion: "Ze gaven geld en goederen maar het indrukwekkendste was een belletje van stafmedewerkers, helemaal aan het begin van de oorlog, een simpele maar ontroerende vraag: ‘Hoe voel je je."
4) Ik heb het moeilijk als ik een Rus ontmoet:
Anna: "Ik kan niet meer goed met ze contact hebben, dat klopt. Er zit een mentaliteit in, die ik er niet snel zie uitgaan. Mensen denken soms dat deze oorlog alleen Poetin is, maar het is voor mij ook iets dat door opvoeding van fake news in het Russische dna zit. Ze blijven anti-Europa, zien Oekraïne als iets van hen. Mijn opa en oma wonen op de Krim, waar nu jaren Russische doctrine heerst. ‘Je bent te jong, maar later zul je deze Russische stap begrijpen en ondersteunen’, vertelden ze mij. Zo snel gaat het.’’
Ruslana: "Ik ben waakzaam, constant. Ik las interviews over Russen in Nederland: Oekraïne en Russen zijn broeders, hoor ik. Nou, niemand van hen heeft dit land van binnenuit willen veranderen. Ik voed, dat klinkt vast hard, mijn eventuele kinderen en kleinkinderen straks op met de gedachte dat Russen hun grootste rivalen zijn. Ze vernietigen nu ons leven.’’
Een vernietigde auto, foto door een van de studentes. Anna: "Mensen denken soms dat deze oorlog alleen Poetin is, maar het is voor mij ook iets dat door opvoeding van fake news in het Russische dna zit."
Gerelateerde artikelen
Column: Toondoof
“Fijn hè, vakbonden?” Dat sneerde collega B. sarcastisch toen hij zag dat de bonden inzetten op zes procent salarisstijging bij de komende cao-onderhandelingen. Nu is collega B. niet bepaald een vriend van de vakbond - u kent het type wel: Rotary-lid, platinablonde vrouw, valt minstens eens per jaar ongenadig hard van zijn te dure racefiets -, maar helemáál nergens sloeg zijn opmerking ook weer niet op.
Column: Tweedehands denkers
In de eerste lesweek na de zomervakantie zat ik op de zesde verdieping van het Epy Drost-gebouw in Enschede. Ik hoorde een groepje nieuwe eerstejaars bezig met dezelfde kick-off-opdracht die ik vorig jaar ook moest doen. Toen zei één van de studenten: “Oh ja, dáág, die briefing ga ik niet zelf lezen. Ik gooi ’m wel even in ChatGPT.”
Nieuwe studentcolumnist Jonah Geurs: “Ik zie deze rol ook een beetje als zelftherapie”
Hij ligt wakker van existentiële vraagstukken, noemt zichzelf ‘een persoonlijke pretverpester’, en heeft een grenzeloze nieuwsgierigheid. CB-student Jonah Geurs schrijft vanaf deze week maandelijks een column voor SaxNow. En hij geeft toe: “Ik ben misschien iets anders dan mijn medestudenten.”