Evi’s Dateleed (1); van swipen naar stappen

Eigenlijk heb ik de moed al opgegeven om ooit in Ommen een vrouw te vinden. Dus heb ik op een eenzame vrijdagavond toch maar Bumble gedownload, op aanraden van een lesbische vriendin. “Daar zitten meer duiffies”, had ze gezegd, waarmee ik gelijk onze even viezige als grappige omschrijving voor knappe queer-vrouwen verklapt. Toen was de keuze natuurlijk snel gemaakt.

Wat ik wel even vergeten was: je moet jezelf van top tot teen beschrijven voor je überhaupt kunt beginnen met swipen. Van de enorme hoeveelheid vragen waarmee Bumble me overspoelde kreeg ik bijna een existentiële crisis. ‘Wie ben je?’, ‘Wat doe je in het weekend?’, ‘Ben je een avond- of een ochtendmens’, ‘Wat is je favoriete nummer’, en ga zo maar door. En dan heb ik het nog niet eens over de voorkeuren die je kan aangeven over je (eventuele) toekomstige partner. Dat zijn er tegenwoordig ook een hele hoop.

Evi’s Dateleed

In Evi’s Dateleed neem ik je mee in het heerlijke leed dat daten heet. Deze 22-jarige student Creative Business uit een klein gehucht bij Ommen gaat voor jullie schrijven over haar zoektocht naar de ware vrouw. Soms romantisch, vaker rampzalig, maar altijd eerlijk, al is het dan met het schaamrood op de kaken. Ik beloof dat ik swipe, struikel en flirt en hoop boven alles dat ik niet overkom als een halvegare.

Aan het eind ben ik kapot, maar staat er een profiel en kan het swipen beginnen. Al blijkt het online vrouwtjesparadijs nogal tegen te vallen. In een week tijd zie ik van alles voorbij komen en blijk ik vooral veel geliked te worden door mannen, terwijl ik toch echt heb ingesteld dat ik alléén op vrouwen val. Er zijn wat matches, er wordt wat heen en weer gechat, maar verder gebeurt er helaas niet veel.

Misschien heb ik in het echte leven dan toch meer kans om een mooi duiffie tegen het lijf te lopen. In Ommen is eigenlijk maar één echte uitgaansplek voor mensen van mijn leeftijd, een uitgaanstent die De Vrienden heet. Daar blijkt de complete voetbalkantine leeggelopen waar een Oktoberfest was, en de kroeg dus volgelopen met mannen in zweterige lederhosen. Het kan mij niet bekoren, maar mijn vriendinnen kijken hun ogen uit.

Ze lacht naar mij

Halverwege de avond loop ik met een vriendin mee naar boven naar de wc’s. Daar staat ze, in de rij. Donkere krullen, een zwarte bril en een paarsachtige broek. Mijn vriendin knoopt een praatje met haar aan, en vraagt of ze niet even haar grappige bril met bierpullen op wil en of ze al lang in de rij staat. Ze kan er zelfs om lachen als mijn vriendin haar eigen bril per ongeluk op de grond laat vallen. Heel af en toe lacht ze ook naar mij. Dan zwaait er een deur van een wc open, einde gesprek.

In eerste instantie is ze niet het type waar ik voor zou gaan, en toch blijft dit moment hangen. Als ik weer beneden sta te dansen, loopt ze langs. Ze heeft haar nu opgestoken. Ik kan het niet laten om haar aan te spreken. “Staat je goed hoor, je haar zo vast”, zeg ik tegen haar. Ze lijkt een beetje te schrikken, maar ze kan er gelukkig om lachen. “Oh, vind je? Het is vooral omdat het hier zo bloedheet is.” Weer gebeurt er iets wat ik niet kan plaatsen, maar misschien is het de hitte, of de drank, of een mix van beide.

Is ze lesbisch?

Later op de avond sta ik buiten tussen mijn rokende vriendinnen. Als ik rustig voor mij uit sta te staren, tikt ze mij opeens aan. “Je hebt echt een goede bril trouwens, zou mij nooit staan.” “Vast wel, wil je hem even op?”, zeg ik terug. Daar staan we dan, in de rokersruimte, elkaars bril op te zetten. Op de achtergrond klinkt een fout Nederlands rapnummer. Mijn bril staat haar beduidend beter dan mij die van haar.

Ik probeer met een grap over mannen te peilen of ze ook op vrouwen valt. Ze lacht. Maar is dat om de grap of zit er meer? Heel af en toe, onder het lachen, raken we elkaars schouder aan. “Ik moet mijn vrienden maar eens op gaan zoeken”, zegt ze dan.

Vlak voor ze gaat, geeft ze me een hand. “Ohja, ik ben Femke, ik zou het bijna vergeten te zeggen.” Als ik dan denk echt afscheid van haar te hebben genomen, kom ik haar voordat ik mijn jas haal nog een laatste keer tegen. Buiten regent het. Ik moet mijn best doen om tussen de dikke rij fietsen om de kerk heen, die van mij te vinden. Als dat is gelukt fiets ik, zoals altijd, weer alleen naar huis. Misschien zie ik haar volgende week wel weer.

Lees ook het interview met Evi over haar nieuwe rubriek: "Ik wil eerlijk zijn, ook op date"

Evi

Evi van Keulen