Harde, absurdistische humor, altijd kritisch, maar ook enorm ambitieus – als onderzoeksjournalist, biograaf en sinds 2011 als docent op Saxion. Stan de Jong was een einzelgänger, had weinig geduld voor dingen die in zijn ogen niet goed waren. Mensen in zijn kleine vriendenkring noemen het ‘een eer om zijn vriend te zijn’. Hij overleed afgelopen week op 61-jarige leeftijd aan een hartstilstand.
De vriendschap met De Jong was op het oog een gekke match, vertellen zowel Willem Zeijl (manager Toegepaste Psychologie) en Guus Blenke (docent Creative Business). Hij was veel rechtser dan zijn twee collega’s, en kon zijn standpunten bovendien uitstekend voor het voetlicht brengen. De Jong waardeerde het als zijn gesprekspartner zelf ook stelling nam, niet met hem meeboog. Niet dat hij dan van mening veranderde, trouwens.
Stan de Jong was geen makkelijke man. Hij maakte vrienden, maar verbrak vriendschappen ook. Hij was vrijgezel en leefde voor zijn werk. De lange schoolvakanties? Hij wist niet wat ‘ie ermee aan moest en bedacht weer een project. “Hij bleef altijd journalist, wilde nog een boek maken”, zegt Blenke. Bij hem thuis in Enschede stonden de dossiers geordend opgestapeld.
De muziek was een manier om toegang te krijgen tot De Jong. Daarmee begon de vriendschap met Zeijl en met Blenke. Vooral muziek uit de jaren zeventig en tachtig, Fleetwood Mac, Paul Simon, Billy Joel en zijn lievelingsband The Beatles.
Hij nodigde die vrienden apart van elkaar thuis in Enschede uit. Altijd bij hem thuis, praktisch nooit bij de ander. De wijn stond klaar, hij ging koken – en daar mocht het bezoek zich niet mee bemoeien. Hij had de muziek die hij wilde draaien al uitgezocht en de boeken die hij recent las en indruk maakten, lagen klaar om te bespreken.
Voor Blenke waren die lange avonden, die tot diep in de nacht konden duren, speciaal. De twintig jaar jongere docent en De Jong deelden hun meer donkere periodes. “Dan is het glas altijd halfleeg”, zoals Blenke het omschrijft. Ze konden uren praten. Niet in de dure Eames-stoelen, die De Jong had, maar altijd aan de keukentafel. Op die plek blies hij ook zijn laatste adem uit.
Geliefd en gevreesd
Onder studenten was hij geliefd. En gevreesd. Zijn naam ging rond, als je hem krijgt voor een vak of als begeleider, maak dan de borst maar nat. En hij was kritisch. Als de student een idee pitchte voor een opdracht, dan testte hij je. Het kwam voor dat de student het huiswerk opnieuw moest doen. Hij was dan heel direct, en kwam ‘superstreng’ over. Maar hij deed dat vanuit vertrouwen: hij wist dat deze student meer in de mars had.
Sharona van de Kuit kreeg hem als afstudeerbegeleider. Daar heb je geen geluk mee, hoorde ze van medestudenten. Maar het werd een fijne en goede ervaring. De Jong was altijd bereikbaar, reageerde meteen. En belangrijker: als ze twijfelde over het pad, zetten hij haar meteen op de goede weg.
De oud-studenten die we spreken voor dit IM studeerden in 2024 af. De Jong kon bij deze studenten niet op hun afstudeerceremonie komen, vanwege gezondheidsproblemen. Ieder kreeg een spraakmemo van hem, met een warme persoonlijke boodschap.
De Jong zag de potentie van de studenten en daagde hen uit om écht aan het werk te gaan, het maximale eruit te halen. Zoals hij die lat ook voor zichzelf hoog legde. Dominique Pilkes, die studentredacteur was, benaderde ons voor dit IM: ‘Als je iets nodig hebt dan help ik graag’. Ze noemt De Jong ‘haar maatje, voor zover dat kan met een docent’. Ze trok veel met hem op, hij was – op haar verzoek – de begeleider van haar drie stages.
Stan had zoveel liefde te geven, zegt ze over haar oud-docent. “Een hart van goud”. Hij hield gepaste afstand tot haar en andere studenten, vertelt ze, maar ondanks die afstand kon hij heel veel geven. In een feedbackgesprek vroeg ze: zit ik tegen de 7 of 8 aan? Dan veranderde die beer van een vent langzaam, kreeg hij een guitige blik. “Om vervolgens weer heel serieus op de inhoud te zijn.”
Ze vertelde hem over haar ambitie om een boek te schrijven. “Dan was hij direct. Dat gaat niet vanzelf, daar zul je voor moeten werken. Stan was kritisch, maar opbouwend.” Ook na de studie hielden ze contact, waarbij De Jong liet weten dat ze haar carrière vooral zelf moest uitstippelen, maar dat hij toch ook wel hoopte dat ze iets met haar journalistieke talent zou doen.
Journalist én docent
De Jong had twee werkzame levens. Als (onderzoeks)journalist schreef hij onder andere voor HP/De Tijd en Nieuwe Revu, en maakte spraakmakende artikelen. Hij schreef boeken in zijn Amsterdamse tijd én later, als docent op Saxion. Bijvoorbeeld over de Deventer Moordzaak, De Italiaanse maffia in Nederland en biografieën over Neelie Kroes en Theo Hiddema.
Koen Voskuil, tegenwoordig journalist bij RTL Nieuws, noemt De Jong ‘zijn leermeester’. Ze hebben jarenlang samengewerkt, ook aan boeken. Het klassieke beeld van de onderzoeksjournalist doemt op, dag en nacht zich verdiepen in een dossier, volle asbakken, torenhoog opgestapelde paperassen. “Stan was niet makkelijk, zeker niet”, zegt Voskuil. “Maar hij was steengoed en voor mij de perfecte leermeester. We werkten bijvoorbeeld aan het liquidatieproces met de meest heftige moordenaars. Heel intensief. Dat schept een band, je gaat elkaar blindelings vertrouwen.”

Stan de Jong (midden) met collega's Emanuel Os (links) en Niels Primus, hier winnaars van een voetbalpoule.
Ze maakten reportages en zaten urenlang in de auto. Dan leer je elkaar ook persoonlijker kennen. De Jong had een moeilijke jeugd gehad, met een moeder die vroeg overleed en een vader met Alzheimer. Misschien verklaart het deels waarom hij altijd de lone wolf was. “Maar Stan was ook een gentleman, met uitstekende manieren. Bijzonder grappig ook, een interessante figuur om bij te zijn.”
Na de presentatie van het eerste Maffia in Nederland-boek bij de uitgever ging een groep eten bij de Italiaan. De Jong stond op, vroeg de aandacht. “Hij heft het glas”, zegt Voskuil. “Zegt luidkeels ‘Nou jongens, op de Italiaanse…’ – en ik maar denken: hij doet het toch niet – ‘…keuken!’
Marcel van Roosmalen, ook oud-collega van De Jong, schreef deze week in NRC zijn column ‘De legendarische Stan de Jong’, vooral over de Amsterdamse tijd. Zijn werkethos was gigantisch, drank was vaak in het spel. Hij had een grote journalistieke prijs verdiend, de kwaliteitsmedia wisten hoe goed hij was, schrijft Van Roosmalen. Maar hij was té uitgesproken. Maakte net een ruzie te veel.
Gekrenkt
Dat is ook hoe Voskuil het ziet. In 2011 geeft De Jong er de brui aan. Het is een slechte tijd voor de journalistiek, redacties worden ingekrompen, de concurrentie is enorm. De Jong trekt aan het kortste eind, ondanks zijn enorme staat van dienst, erkenning voor zijn spit- en graafwerk én fluwelen pen. Voskuil ging naar het AD. “Hij was, denk ik, gekrenkt. Stan vertrok naar Enschede, om daar docent te worden. Hij zocht ook wel iets meer rust en zekerheid in die baan.” Want hoe hij journalistiek bedreef, waarbij je risico niet schuwt, het is enorm stressvol.
Voskuil bleef samenwerken met De Jong en ze bleven vrienden. Hij kwam naar Enschede voor gastcolleges. Regelmatig gaf hij die behoorlijk brak, want hij ging de dag ervoor naar zijn vriend om te eten, muziek te luisteren, wijn te drinken en vooral om te praten. “Dan werd het laat.”
Deze zomer kwamen de gezondheidsproblemen. Begin juli een eerste hartinfarct. De Jong wilde vooral geen medelijden, en hij zette vol in op herstel. Hij wilde misschien naar Texel gaan, waar een goede vriendin van hem woont. Maar een tweede hartaanval werd hem fataal.
Het overlijden was een schok voor het team, zoals docent en columnist Frank Futselaar beschrijft. Niet alleen was er de rouw, maar De Jong had niemand om de zaken te regelen, directe nabestaanden zijn er niet. En hij compartimenteerde zijn vriendschappen, waardoor de één niet van de ander wist dat ‘ie bevriend was met De Jong.
Onder andere Guus Blenke ontfermt zich over zijn uitvaart. Op een bijzondere, en mooie, manier gaf zijn overleden vriend hem een opdracht mee, zo voelt het. ‘Wees jij nu maar eens de onderzoeksjournalist’. Blenke ging door zijn spullen, om te achterhalen wie op de hoogte moest worden gesteld van het overlijden. In zijn werktas vond Blenke in een ritsvakje de USB-stick die hij hem 8 jaar geleden gaf. “Stan was niet zo handig met computers, en wilde een stick met muziek hebben voor in de auto”, zegt hij.
Blenke realiseerde zich pas dat dit zijn stick is, toen hij de bestanden las en in een map zijn eigen vakantiefoto’s tegenkwam. “Verdomd, dat is de USB-stick die ik hem gaf.” Het ontroert hem dat zijn vriend die al die tijd bij zich had, en dat hij die nu terug heeft.
Blenke kreeg destijds een fles whisky van De Jong voor de moeite die hij nam, en op dat moment begon de vriendschap. “Stan was een geweldige vriend. Eigenlijk was hij veel geliefder dan hij zelf dacht.”
Gerelateerde artikelen
Column: Stan
Het allerergste dat je op een hogeschool kan overkomen is het overlijden van een student. Direct daarna volgt de dood van een collega. Het voelt als een plotselinge stomp in je maag, gevolgd door een gevoel dat je langzaam wegzinkt in duister moeraswater.
Commentaar: Duidelijk verhaal
Bijna een halvering van de diensten en academies, tijdelijke contracten die niet verlengd worden. Saxion staat voor een reorganisatie die veel onrust met zich meebrengt. Volgens hoofdredacteur Rik Visschedijk hebben de mensen van Saxion behoefte aan een duidelijk verhaal. Hij roept het CvB op om zichtbaar en aanspreekbaar te zijn en de medezeggenschap om kritisch en onafhankelijk te blijven.
Vergoeding medezeggenschap blijft voorlopig wat het is: CMR wil geen verhoging zonder dat daarin de opleidingscommissies zijn meegenomen
De Centrale Medezeggenschap stemt definitief niet in met het collegevoorstel om de vergoeding voor studenten in de medezeggenschap te verhogen naar 18,75 euro. Reden is dat de opleidingscommissies niet in het voorstel zijn opgenomen. “Dit ondermijnt hun cruciale rol in de kwaliteitsbewaking van het onderwijs.”