frank

Column: Excellent

Een bekentenis: ik ben er persoonlijk voor verantwoordelijk dat er geen excellent hoger onderwijs meer in Nederland bestaat. En ook geen goed onderwijs, trouwens. Dat is mijn schuld, en van SGP-kamerlid Roelof Bisschop. Wij hebben in de Tweede Kamer het excellente onderwijs per amendement uit het Nederlandse bestel geschrapt.

Dat had een achtergrond: elke zes jaar worden opleidingen van hogescholen en universiteiten gecontroleerd op hun kwaliteit, door zogenaamde visitatiepanels die worden gestuurd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Die kijken in een dag of twee naar de hele opleiding, praten met docenten en studenten, en bekijken een serie eindwerken om te controleren of het niveau wel op orde is.

Voor docenten is dat een vrij zenuwslopende operatie, met veel papier, tijdig zorgen dat iedereen weet wat het onderwijsmodel ook alweer was, en het opsluiten van de meest kritische studenten in de kelder. Een negatieve beoordeling kan verregaande consequenties hebben.

Gedoe

In 2012 werd besloten dat bij visitaties niet alleen gekeken zou worden naar onvoldoende/voldoende, maar dat opleidingen ook het predicaat ‘goed’ en ‘excellent’ konden krijgen. Dit leidde tot nogal wat gedoe. In de eerste plaats was de NVAO er zelf behoorlijk ongelukkig mee. Ze worstelden nogal met de vraag welke criteria dan tot ‘excellent’ moesten leiden.

Stel: opleiding A heeft een fantastisch internationaliseringsprogramma, opleiding B heeft op geweldige wijze het onderzoek van het lectoraat in de opleiding geïntegreerd en opleiding C komt altijd heel goed uit de studentevaluaties. Wat weeg je hoe zwaar om te komen tot het oordeel excellent? Zijn die eenheden wel te vergelijken? Het leek er ook wel een beetje op dat sommige opleidingen zich zoveel mogelijk gingen aanpassen aan wat ze dachten dat een visitatiepanel wilde horen.

Een andere reden is dat de NVAO achter iets kwam wat docenten al veel langer weten: het is veel gemakkelijker om beargumenteerd aan te geven waarom iets onvoldoende is, of niet, dan waarom het wel of niet excellent is. Hoe hoger het cijfer, hoe moeilijker het verschil is te onderbouwen. Een onvoldoende is gemakkelijk te herleiden, het verschil tussen een 5 of een 6 ook wel, en een 7 is ook nog wel iets anders dan een 8.

Vastberaden ging ik met mijn rode pen aan de slag, in de hoop later te kunnen zeggen dat het nu maar eens afgelopen moest zijn met dat overdreven positieve beoordelen.

frank
Frank Futselaar

Maar dan wordt het lastiger. Het verschil tussen een 9 en een 10 wordt wel erg arbitrair: er zijn docenten die eigenlijk nooit een 10 geven, onder het motto dat perfectie niet bestaat, en anderen die er kwistig mee strooien. En zo moeilijk als het is met studenten, zo nog veel moeilijker is het met opleidingen. Dus vonden wij in de Tweede Kamer het beter dat onderscheid maar weer te schrappen.

Onlangs zat ik een groepje dat, in voorbereiding op de komst van zo’n visitatiepanel, als steekproef een aantal afstudeerwerken moest her-beoordelen. Even controleren of wel goed herleidbaar is hoe een eindoordeel tot stand is gekomen. En wat bleek? Collega N. had de euvele moed gehad een 10 uit te delen. Typisch een voorbeeld van een slappe docent die alles wel goed vindt natuurlijk.

Vastberaden ging ik met mijn rode pen aan de slag, in de hoop later te kunnen zeggen dat het nu maar eens afgelopen moest zijn met dat overdreven positieve beoordelen. Twee uur later moest ik echter mijn nederlaag erkennen; namelijk dat er geen enkel criterium was waar ik een reden zag om minder dan het volledige aantal punten te geven.

Excellent onderwijs bestaat dan wel niet meer, excellente studenten zijn er gelukkig nog genoeg.   

CELZ210622-9126.jpg

Frank Futselaar

Frank Futselaar is docent Creative Business en voormalig Tweede Kamerlid. Trouw schreef ooit over hem dat hij opvallend veel humor heeft voor een SP’er.