blockchain

Werkwijze lectoraat blockchain mogelijk in strijd met gedragscode wetenschappelijke integriteit

Kan een docent wetenschappelijk publiceren over zijn eigen platform, zonder daarbij z’n eigen rol als oprichter te vermelden? Een docent bij het lectoraat Blockchain publiceerde een case study over zijn blockchainplatform Serey in een bundel van lector Jan Veuger, maar maakte niet bekend dat hij belanghebbende is. Die werkwijze is mogelijk in strijd met de code wetenschappelijke integriteit. Ook verstrekte Serey opdrachten aan studenten in een minor, waar de docent bij betrokken is.

In het boek Blockchain Technology and Apllications II (Nova Science Publishers, 2020), onder redactie en met bijdragen van Blockchain-lector Jan Veuger, publiceerde Chhay Lin Lim een artikel over een platform dat hij met zijn broer oprichtte. Dat artikel: “Serey: a case study on the alignment of applied philosophy and blockchain applications”, gaat in op de filosofie achter de techniek, en dan in het bijzonder bij Serey. Hij maakt zich in het artikel niet bekend als belanghebbende. De samensteller van het boek, Jan Veuger, doet dat ook niet. Veuger stelt dat de bundel peer reviewed is.

Integriteitsvraagstuk

“Dit klinkt als belangenverstrengeling”, zegt vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit Cathy van Tuijl (lector Gedrag- en Leerproblemen). "Want de gedragscode wetenschappelijke integriteit is heel duidelijk: onderzoek moet transparant en onafhankelijk zijn. Dat lijkt hier niet het geval.”

Steven Dorrestijn, lector Ethiek & Techniek en waarnemend voorzitter van de ethische commissie (SEAC) valt haar bij. “Als dit klopt, dan is het sowieso niet handig. Je moet juist – bijna overdreven – transparant zijn over je verschillende rollen. Dit is een integriteitsvraagstuk, eentje waarover wij als Saxion verder moeten praten.”

In de code wetenschappelijk integriteit, die alle hogescholen onderschrijven, staat namelijk ook de zorgplicht van de instelling beschreven. “Goede onderzoekspraktijken moeten bevorderd en gewaarborgd worden”, zo staat te lezen. Van Tuijl: “Hier heeft Saxion nog een stap te zetten. We zijn bezig met wetenschappelijke integriteit op één plek te bundelen, maar het komt nog niet echt van de grond. Daarmee lijkt het soms dat Saxion een afvinkcultuur heeft. Een commissie wordt in het leven geroepen, iemand wordt benoemd. Maar daar blijft het dan bij. We hebben kaderstelling nodig vanuit het college van bestuur.”

Serey, ‘partner’ van Saxion

Serey is een ‘next generation blockchain based’ social media platform, staat te lezen op de website. Oprichters zijn Chhay Lin Lim en zijn broer Chhay Lem Lin. In deze YouTube-uitzending van Forum voor Democratie, legt Lim Serey uit aan FvD-fractievoorzitter Thierry Baudet. Lim vertelt onder andere dat Serey een subsidie ontving van de Cambodjaanse overheid. Serey is ook een cryptomunt.

Op de website van Serey staat Saxion beschreven als ‘partner’. De samenwerking behelst: “Collaboration to have students do research on business concepts for Serey. Have student build gaming dApps where people can use Serey coins to bet.”

Hans Vossensteyn, directeur van de Research & Graduate School en daarmee hoofd onderzoek, bevestigt dat deze casus er niet goed uitziet. “Wetenschappelijk verpakt een case study over je eigen platform publiceren: dat kan niet, tenzij er bijvoorbeeld vergelijkende analyses met andere bedrijven of case studies plaatsvinden.” Ook beaamt hij dat Saxion een flinke stap te zetten heeft om aan de zorgplicht te voldoen. “We moeten duidelijk maken dat we aan de wetenschappelijke mores dienen te voldoen.”

Dat voldoen aan de mores geldt voor iedereen die zich met onderzoek bezighoudt, maar de verantwoordelijkheid is niet voor iedereen hetzelfde. “Er zijn inderdaad gradaties. Een junior moet hierin begeleid worden. Van onze lectoren moet je kunnen verwachten dat zij, onder andere na het doorlopen van hun promotietraject, voldoende ervaring hebben om de collega’s in hun groep aan te sturen en zelf het goede voorbeeld te geven.” Deze casus toont Vossensteyn dat “hier nog wel wat werk aan de winkel is”.

Het ‘probleem’ is groter dan alleen dit lectoraat, stelt Vossensteyn. Zo is in de omgeving waar Saxion-lectoren en onderzoekers hun publicaties uploaden flinke vervuiling ontstaan. “We zien dat documenten worden ingediend onder de noemer ‘publicaties’, zowel wetenschappelijke artikelen als vakpublicaties. Maar in veel gevallen worden allerlei andere producten ingediend.” Met de bibliotheek is de Research & Graduate School die database aan het opschonen. “Daar zijn mensen weken mee bezig”, zegt Vossensteyn.

Samenwerking Bitcoin Association

Het lectoraat Blockchain werkte voor een Massive Online Open Course (MOOC) samen met Bitcoin Association. SaxNow schreef daar in april dit artikel over.

De publicatie leidde tot een discussie in het lectorenplatform en Hans Vossensteyn is bezig een protocol te ontwikkelen met handvatten voor het integer selecteren van beoogde samenwerkingspartners. De drie vervolg-MOOC’s die richting september dit jaar online zouden komen, werden niet gepubliceerd.

Negen studentenopdrachten

Het lectoraat Blockchain biedt samen met het lectoraat Digital Business Models een minor aan. De lectoren Jan Veuger en Timber Haaker publiceren daar een verslag van. In dat minoren-boek wordt duidelijk dat Serey negen praktijkopdrachten verstrekte aan de studenten. Daarmee werkten achttien studenten aan opdrachten als ‘kansen en bedreigingen’ voor het platform, onderzoeken of er geschikte exchanges zijn voor de Serey-cryptomunt en hoe het platform de FinTech-markt in Cambodja kan betreden. Voor dit onderdeel staat 15 studiepunten per student.

Bram Blauw is zo’n student. Hij werkte aan de opdracht dQuiz Casino, een ‘gedecentraliseerd quizplatform’. “Het was een heel vrije opdracht en we werden begeleid door Chhay, de beoordeling deed een collega”, aldus Blauw. “Ik vond het een leuke minor en Serey doet goede dingen in Cambodja. We kregen een 9.”

Opdrachtgever en begeleider

Serey lijkt daarmee zowel opdrachtgever als begeleider vanuit Saxion. Geen probleem, vindt Sander Reinderink. De academiedirecteur FEM is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de minor. “Vanwege de snelle studentengroei in coronatijd lukte het niet altijd om een opdracht voor iedereen te vinden, en hiervoor heeft de minor een oefencase achter de hand. Deze hebben we uitgezet bij Serey. Het gaat om een relatief kleine groep studenten, zo’n 16 van de ruim 235.”

Daarbij is, zegt Reinderink, geborgd dat de opdrachtgever niet de beoordelaar is. “Ook bij studenten is bekend dat een docent betrokken is bij Serey en ze hebben uiteindelijk zelf de keuzemogelijkheid. We zijn daarin transparant, tot aan het e-book waarin we het grootste deel van de opdrachten publiceren.” Reinderink noemt vier voorwaarden voor dit soort partnerschappen: “Er mag geen sprake zijn van een gedwongen opdracht en de opdrachtgever moet transparant zijn. Verder zijn er meerdere opdrachten, of studenten kunnen hun eigen opdracht inbrengen. En de opdracht moet bijdragen aan de leerdoelen. Daaraan is voldaan en daarmee zie ik geen enkel probleem in deze samenwerking.”

Ook de examencommissie ziet geen bezwaar. “De minor werkt met opdrachten uit de praktijk”, zegt voorzitter Annemien Markink. “Wij kijken of geborgd is dat de student voldoet aan de voorwaarden om de minor binnen de normen af te ronden. Bij de toetsing van deze minor zijn er voldoende borgingselementen, onder andere dat de examinator vaststelt dat de student voldoet aan de gestelde voorwaarden.”

Ongewenst

Vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit Van Tuijl ziet dat anders. “Ook hier klinkt het alsof rollen vermengd worden die je gescheiden hoort te houden”, zegt ze. “Het is natuurlijk complex, omdat we als hogeschool samenwerken met bedrijven én we stimuleren ondernemerschap bij medewerkers. Maar juist dat geeft de plicht heel zuiver te zijn in de rol die je speelt. Tegelijk opdrachtgever en begeleider zijn: ook die situatie is ongewenst. Want het lijkt er op z’n minst op dat je profiteert van de opdrachten.”

Bij Paul Nieuwenhuis van de afdeling kwaliteit en regelgeving bij Onderwijs en Student Support, roept de casus vragen op. “Op zich lijkt me het niet onmogelijk als een docent een opdracht verleent aan het onderwijs. Het belangrijkste is dat de student zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen, dat moet het uitgangspunt zijn.”

Maar dan moeten de rollen goed duidelijk zijn, zegt hij. “En hier lijkt sprake te zijn van een dubbelrol. Wat voor de minor spreekt is dat de beoordeling aan een ander is overgelaten. Maar dat is ook wel minimaal noodzakelijk.”

“Beter opletten”

Hans Vossensteyn, directeur van de Research & Graduate School, vindt de Serey-onderwijsopdrachten ook tot een complexe situatie leiden. “Het is een slippery slope, waarin rollen makkelijk door elkaar lopen. Ik ben heel blij dat de beoordeling niet door de betreffende docent plaatsvond. Uiteraard willen we graag dat studenten bij echte bedrijven praktijkgeoriënteerde opdrachten uitvoeren. Maar als docent een deel van je studenten op een project voor je eigen platform zetten kan ook geïnterpreteerd worden als gratis arbeidskrachten. Voorzichtigheid is dan geboden. Aan de andere kant is het vooral in corona-tijden soms lastig om bij een snel groeiende minor als deze, alleen maar opdrachten bij onafhankelijke bedrijven te vinden.”

Een afspraak met lector Jan Veuger om deze zaken te bespreken is in de maak, laat Vossensteyn weten.

Lector Jan Veuger is meermaals om een reactie gevraagd, telefonisch, per e-mail en Teams. In een e-mail schrijft hij dat zijn bundel ‘normale validatie’ betreft. “Aan dit deel zijn door kenniskringleden van het lectoraat bijdragen geleverd als bijvoorbeeld KienhuisHoving, Annexum, etc. Alle bijdragen aan de books zijn peer reviewed en iedereen heeft daar pro deo aan gewerkt. Alle opbrengsten zijn voor Saxion.”

Reactie Chhay Lin Lim

Filosofie onderschat binnen de discipline

Chhay Lin Lim zegt niet bekend te zijn met ‘alle precieze aspecten’ van de code wetenschappelijke integriteit, waarin onafhankelijkheid en transparantie van onderzoek wordt beschreven. Maar volgens Lim wordt nergens in zijn publicatie Serey ‘opgehemeld of gepromoot’, en daarmee ‘op geen enkele wijze de wetenschappelijke integriteit geschaad’. “Het is slechts een objectieve beschouwing hoe filosofie kan worden toegepast voor het design van een blockchainsysteem, met daarbij Serey als use case. Het gaat mij erom hoe filosofie wordt onderschat binnen de crypto-economische discipline. Maar ik had een zin kunnen toevoegen over mijn rol als oprichter, om zo meer kracht te zetten achter mijn expertise op dit onderwerp.”

De bundel onder redactie van Jan Veuger is peer reviewed, aldus Lim. “Ik wist dat lector Jan Veuger een boek aan het samenstellen was en ik stelde voor om een artikel aan te leveren”, vertelt hij. “Ik doe namelijk een promotietraject op de filosofie achter blockchain. Als oprichter van Serey kan er niemand beter over reflecteren dan ik. Het is belangrijk dat je als ondernemer en serieuze onderzoeker je intellectueel kunt distantiëren van je onderneming, zodat je met een objectieve en heldere blik kunt analyseren. Dat heb ik gedaan in het artikel en zo zie ik ook bijvoorbeeld Emin Gün Sirer van Cornell University publiceren over hun blockchain-platform Avalanche.”

Het doel daarbij is om te laten zien dat filosofie een belangrijke rol speelt binnen het design van een blockchain en dat mensen zich hier niet altijd voldoende van bewust zijn, aldus Lim. “Onze filosofische verhouding tot de wereld schijnt altijd door in de keuzes die we in ons leven maken en zo ook in de ontwerpen van blockchainsystemen.”

Over zijn rol in Serey zegt Lim: “Ik noem me geen eigenaar maar initiator, omdat het een decentraal platform is. Ik verdien er ook niet aan, sterker, ik investeer in een kwestie die mij ter harte gaat: de vrijheid van meningsuiting. Dat is ook in de samenwerking met de minorstudenten zo: voor deze opdrachten hebben we een ontwikkelaar vrijgemaakt om de opdracht vanuit Serey zo nodig te begeleiden. Net als een opdracht vanuit een externe opdrachtgever.”

Aan Serey kan Lim alleen verdienen als de Serey-cryptomunt in waarde zou stijgen, zegt hij. “Want iedereen die een bijdrage levert aan het Serey platform wordt door de blockchain uitbetaald in Serey coins. Serey is voor iedereen toegankelijk.”

Uitstekend begeleiden

Volgens Lim vinden studenten het waardevol om ingezet te worden voor een opdracht van Serey. “Studenten werken aan een opdracht waarvan de opdrachtgever de ins en outs van het platform kent en die ze vanuit die rol uitstekend kan begeleiden. Het afgelopen semester kregen we – ondanks corona – een 9 als waarderingscijfer.”

Het moet gaan om het creëren van een optimale leeromgeving die past bij de student, vindt Lim. “Soms is dat binnen een publiek-private sfeer, waarbij docenten zelf opdrachten inbrengen voor studenten. Zolang het leerproces van studenten maar centraal staat. In dit geval is het helemaal mooi omdat veel blockchainopdrachten minder technische aspecten behandelen, zoals business modellen of een evaluatie of blockchain geschikt is voor bepaalde toepassingen.”

De begeleiding is strikt gescheiden, aldus Lim. “Als opdrachtgever deed ik dat vanuit het platform. Collega Arthur Janse deed dan vaak de beoordeling en begeleiding vanuit Saxion. Een werkwijze die niet verschilt van andere minoren. Hoewel studenten soms erg goede en creatieve oplossingen hebben, heeft Serey ze nooit geïmplementeerd.”

Snelgroeiende minor

Het gaat in deze minor om de Saxion-student, benadrukt hij. “Ze moeten zelf op zoek naar een opdracht en dat was met de snelgroeiende minor – in drie jaar tijd van vijftig naar tweehonderd deelnemers – lastig, zeker in een coronajaar. Ik geef ze liever een opdracht dan dat we ze laten zakken, wat zorgt dat ze studievertraging oplopen en andere nadelige consequenties. Die opdracht kan ook nog uiterst technisch zijn, waarbij echte implementaties worden gebouwd.”

rik

Rik Visschedijk